HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Pieterpad

FOTO'S

PIETERPAD (LAW 9-I en 9-II), Pieterburen – Sint-Pietersberg, ± 488 km

 

Welkom op onze webpagina van het Pieterpad. Wij, Remco en Violet, zijn halverwege 2004 begonnen met het lopen van langere afstanden. Het Pieterpad was bijna vanzelfsprekend het begin van onze nieuwe hobby. Een verslavende hobby, bleek al snel. Tijdens het lopen van het noorden naar het zuiden van Nederland kwamen we er achter hoe mooi ons land is en hoe heerlijk en rustgevend het is om daar door heen te lopen. We kwamen door oer-Hollands polderland, langs hunebedden, door bossen en over heuveltjes. Rivieren en snelwegen kruisten ons pad. Nederland trok in een jaar tijd aan ons voorbij, we genoten. Het begin van alle volgende kilometers die we intussen in de benen hebben, over nog veel meer paden door Nederland heen (zie voor andere wandelverslagen de buttons HOME en OVERZICHT).

 

Voor meer informatie over het Pieterpad kan je een kijkje nemen op de officiële site van het Pieterpad.

 

Hier ons verslag van het Pieterpad. Je kan hieronder het hele verhaal in één keer lezen. Je kan ook een bepaalde etappe lezen door op één van onderstaande links te klikken. Je komt dan gelijk bij het begin van het etappe-verhaal.

 

Overzicht etappes Pieterpad:

 

23-07-2004 Hoe het allemaal is begonnen

24-07-2004 Pieterburen – Groningen noord Onze eerste wandeling

01-08-2004 Groningen noord – Zuidlaren Het eerste hunebed

07-08-2004 Zuidlaren – Rolde Markt van melk en honing

15-08-2004 Rolde – Schoonlo Druk op het Pieterpad

21-08-2004 Schoonlo – Sleen De Papeloze kerk

25-08-2004 Sleen – Coevorden Stoplicht voor koeien

29-08-2004 Coevorden – Hardenberg ‘Welkom’ bij Jan en Gees…

05-09-2004 Hardenberg – Ommen (Steile Oever) De bewoners van het huisje op de kaft van de wandelgids

14-09-2004 Ommen (Steile Oever) – Holten De Archemerberg

17-09-2004 Holten – Vorden NS Kraampje langs de route

19-09-2004 Vorden NS – Doetinchem Bah, een teek

11-02-2005 Doetinchem – Tolkamer Heel veel ganzen

16-03-2005 Tolkamer – Groesbeek Gezellig, Duitsland…

19-03-2005 Groesbeek – Vierlingsbeek Opgesloten!

02-04-2005 Vierlingsbeek – Grubbenvorst Het lijkt wel zomer

22-04-2005 Grubbenvorst – Belfeld De Daltons

23-04-2005 Belfeld – St. Odiliënberg Picknick onder de bloesem

24-04-2005 St. Odiliënberg – Susteren Een echte Pieterpatter

09-07-2005 Susteren – Schimmert Weekeindje weg

10-07-2005 Schimmert – Sint-Pietersberg De Sint-Pietersberg, eindpunt

 

 

PIETERPAD, Pieterburen – Sint-Pietersberg, ± 488 km

 

Pieterburen – Eenrum – Mensingeweer – Winsum – Alinghuizen – Klein Garnwerd – Garnwerd – Krassum – Oostum – Wierumerschouw – Wierum – Groningen – Haren – Harenermolen – Zuid-Laren – Schipborg – Gasteren – Rolde – Schoonlo – Noord-Sleen – Sleen – Holsloot – Den Hool – Dalerveen – Coevorden – Gramsbergen – Hardenberg – Rheeze – Junne – Ommen – Besthmen – Nieuwebrug – Lemele – Hellendoorn – Holten – Laren – Groot Dochteren – Vorden – Linde – Varssel – Zelhem – Doetinchem – Hogh Elten – Spijk – Tolkamer – Millingen a/d Rijn – Leuth – Zyfflich – Beek – Groesbeek – Ottersum – Gennep – Afferden – Vierlingsbeek – Holthees – Wanssum – Meerlo – Swolgen – Grubbenvorst – Venlo – Swalmen – Boukoul – Maalbroek – Roermond – Sint Odiliënberg – Montfort – Peij – Susteren – Nieuwstadt – Limbricht – Sittard – Windraak – Puth – Spaubeek – Schimmert – Klein Haasdal – Groot Haasdal – Strabeek – Berg – Terblijt – Bemelen – Maastricht –Sint-Pietersberg

 

 

23 juli 2004, Soest, Minstreelpad 20.55 uur Hoe het allemaal is begonnen

 

De rugzakken staan klaar. Dit jaar geen vakantie naar het buitenland, maar wel een huis met tuin i.p.v. een flat.

Om dit jaar toch wat ontspanning te hebben we besloten te beginnen met het lopen van het Pieterpad.

Afgelopen Sinterklaas heb ik van Remco de twee Pieterpadboekjes gekregen, en nu gaan we daar gebruik van maken! Morgenochtend beginnen we met de eerste twee etappes, en daarna zien we wel weer.

Om 6.15 uur willen we richting Groningen (noord) rijden om daar met trein en bus naar Pieterburen, het beginpunt van het Pieterpad, te gaan. Het is de bedoeling dat we na ongeveer 26 kilometer weer bij de auto terug komen. We stoppen drie kilometer voor het eind van de tweede etappe, de volgende keer beginnen we daar en lopen Groningen dan door. Om aan het eind van de dag nog een stad door te moeten lijkt me namelijk niets!

De zomer stelt dit jaar weinig voor; matige temperaturen en veel wolken en regen. Gelukkig wordt het morgen, volgens de voorspellingen een zonnige dag met een temperatuur van ongeveer 23ºC. Kunnen we eindelijk bijkleuren…

We hebben er zin in!!!

 

 

Zaterdag 24 juli 2004 Onze eerste wandeling

Pieterburen – Groningen noord, +/- 26 km

 

 

Vanmorgen om 6.07 uur reden we weg, richting Groningen. Om 8.00 uur was de auto geparkeerd en niet veel later stonden we op het station van Groningen-noord.

Na een half uurtje konden we met de trein richting Baflo om daar op het 10 persoons busje naar Pieterburen te stappen. Samen met ons stapte er nog een stel in, iets jonger dan wij, ook op weg naar het startpunt van het Pieterpad. Jammer genoeg waren ze niet echt spontaan, dus een gesprek kwam er niet van.

In Pieterburen aangekomen zijn we eerst bij cafe/hotel “ het Wapen van Hunsingo “ neergestreken om een bakje thee te doen. Dit hotel is het officiële startpunt van het Pieterpad. We hebben daar een “Pieterpad”-certificaat gekocht.

  

Om 9.30 uur gingen we lopen; via Huninga en langs Oosterhuizen naar Eenrum. De route liep langs akkers met koren, bieten, vlas, uien, aardappels en nog veel meer. De zon werd afgewisseld door wolken en het windje erbij maakte de wandeling tot nu toe tot een feest!

Na drie kwartier waren we bij Eenrum; de eerste vijf kilometers zaten er op. De route gelijk vervolgd naar Mensingeweer, vanwaar het pad zich langs de Mensingeweertse rivier en het Loopdiep slingerde. Het pad liep door tot aan het Winsummerdiep, een aardig riviertje. Dat waren weer vijf kilometers. Bijna hadden we er veel meer gelopen door te vroeg een weg in te slaan. Gelukkig klopte de tekst niet met wat we om ons heen zagen dus zijn we weer iets terug gelopen om te checken. Wat een mazzel!

Het Winsummerdiep vervolgend kwamen we aan in Winsum, een leuk oud dorpje met een haventje. De kerk was een poepje om te zien. Bij het bankje bij de kerk werden we vrolijk begroet door een klein, mager. Zwart-wit poesje. We gingen lekker zitten op het bankje en ze kwam gezellig in de buurt liggen kroelen. Na een broodje en een slokje fris hezen we de bezwete rugzakken weer op onze natte ruggen.

De route ging door de polder verder, over een hek, nog een hek, tussen de paarden door en het asfalt weer op. We liepen hier op een oud kerkenpad; hier geldt het recht van overpad zodat je een stuk kan afsnijden tussen de ene en de andere bestemming, zoals school of kerk. In de weilanden waar we langs kwamen stonden veel koeien, paarden en schapen. Het zag er erg gezellig uit.

Nu zijn we aan het eind van onze middagpauze, nog even de wijn opdrinken, en dan de laatste tien kilometers afleggen (we hebben er nu ongeveer 17 gelopen).

 

De eerste vijf kilometers na de lunch gingen nog lekker, maar daarna kwam vermoeidheid en pijn. Toen we, op drie kilometer voor het eind, een kwartier moesten wachten voor een open brug, was het heel moeilijk om daarna de eerste stappen weer te zetten. Opeens merkte ik dat er onder mijn hak een blaar moest zitten, want bij elke stap voelde ik vocht verplaatsen. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst…

Om 16.30 uur kwamen we uitgeput maar zeer voldaan terug bij onze auto. Ondanks de blaar onder mijn hak, Remco zijn, intussen al open, blaren op de achterkant van zijn hakken en onze moeie spieren hebben we veel zin in de volgende etappe. We hopen volgende week…

Nu lopen we ietwat moeilijk maar dat zal dan toch wel over zijn???

 

 

Zondag 1 augustus 2004 Het eerste hunebed

Groningen noord – Zuidlaren, +/- 24 km

Zonning, +/- 27°C

 

Na alweer heel wat kilometers hebben we net (11.56 uur) onze broodnodige lunch genuttigd. Het koele wijntje erbij smaakt heerlijk!

Vanmorgen om 6.20 uur vertrokken we richting Zuidlaren. In het bushokje kwamen we twee vrouwen tegen die het Pieterpad ook net waren begonnen. Zij woonden in Zuidlaren, dus na deze etappe gingen ze van huis af lopen. Het was een leuk, spontaan stel, al zag de oudste er niet echt uit… Ze had nog net geen sandalen aan, broek tot onder d’r oksels opgetrokken enzo.

Onze busreis ging naar Groningen-noord, om iets voor halftien gingen we lopen.

Eerst werden we door Groningen geleid, de stad uit langs het kanaal Noord-Willems.

‘s Ochtend op de snelweg hadden we nog behoorlijk last van veel, en soms zeer dichte mist, maar nu scheen het zonnetje heerlijk. We kwamen langs woonboten, natuurgebieden met water en moerassige weilanden. Er stonden veel grote Bereklauwen en op de talloze distels waren puttertjes druk bezig zich vol te vreten met zaad.

Het laatste stuk ging langs de snelweg en polderland. Gelukkig is de snelweg hier niet zo druk als in andere delen van het land, en we hadden er dus niet veel last van. Bij een bosje sloegen we af, een soort van zandpad op. Dit liep tussen meertjes door, en hier zijn we aan de waterkant neer gestreken.

Het is al weer bijna tijd om verder te gaan met de laatste tien kilometer.

 

Met ongeveer elf kilometer in de benen gingen we na de lunch weer verder. Over zandpaden, gelukkig regelmatig met schaduw (27ºC in de schaduw). We kwamen langs veengebieden, door bos en na een stuk tussen de akkers met maïs, koren en aardappel te hebben gelopen kwamen we bij het eerste hunebed. Tussen twee huisjes in lagen er een stuk of 20 grote stenen, met daar om heen allemaal fietsen, vier volwassenen en een zwikkie krijsende kinderen… Alsof we gek waren zijn we rustig een rondje om de stenen gaan lopen, waarop de kinderen naar hun ouders gingen en ze vrij snel vertrokken. Konden we toch nog wat foto’s maken!

Hierna zijn we snel verder gelopen, op weg naar de auto en naar huis.

Het stel van vanmorgen had gezegd dat de route bijna bij onze auto langs kwam (+bushalte), dus hebben we iets van de volgende etappe gelopen. En inderdaad, we kwamen bij de auto uit. Weer gelukt, we kunnen wel wat!

We stonden bij een italiaans restaurant en twee patatzaken geparkeerd, dus hebben we onszelf op een patatje getrakteerd. Wat was dat lekker!

Zometeen gaat Remco de bbq aansteken, de restjes van gisteren opmaken. Lijkt me erg lekker.

Tot de volgende Pieterpaddag!!!

 

 

Zaterdag 7 augustus 2004 Markt van melk en honing

Zuidlaren – Rolde, 16 km

Zonnig, 27°C

 

Vanmorgen vroeg, voor we weg gingen, moest eerst de tuin nog even benat worden. Het is namelijk al twee weken warm tot tropisch (dagelijks boven de 25ºC) dus alles moet 1 tot 2 keer per dag water krijgen. Halverwege de ronde kwam ik bij de waterschaal voor de vogels (onder de Malus), en daar zat een jonge pad op de rand van de steen met het water. Hij schrok van me en sprong snel de klimop weer in. Een korte ontmoeting op de vroege ochtend, maar wel erg leuk!

Om vijf voor halfzeven vertrokken we. Het spetterde zachtjes. Wat meer naar het noorden, nog voor Zwolle, kregen we opeens vrij dichte mist, maar het regenbuitje was over en het zonnetje deed erg zijn best om er doorheen te prikken.

Iets voor achten hadden we de auto geparkeerd. Schoenen aan, rugzakken op en terug naar de bushalte waar we net langs waren gereden. We hadden geen idee of het de goede was, maar bij het bordje gekomen bleek alles te kloppen. Snel liepen we weer terug naar het winkelcentrumpje met een C-1000, waarachter de auto stond. We moesten ons ontbijtje nog kopen, gisteren waren we glad vergeten om bolletjes te halen. Stom, maar we hadden donderdag al weekboodschappen gedaan omdat we gisteravond bij Gert in ziekenhuis Amersfoort (ivm dissectie, scheur in de aortawand) langs gingen. Bolletjes waren dus niet belangrijk blijkbaar.

 

Met de bus ging de reis naar Assen CS, om vanaf daar na 20 minuten met een 8-persoons busje naar Zuidlaren te gaan. We zaten weer riant met z’n tweetjes, met een leuke, jonge meid achter het stuur. Via o.a. Anloo en Gasteren kwamen we op een van de brinken, in totaal heeft Zuidlaren er zeven, waar de markt van melk en honing bijna begon. Bij een vriendelijk mannetje hebben we een ‘warrelnoest’ voor Corry gekocht. Hij droeg nog een mooi gedichtje voor en vertelde dat als het heel hard regent, het dan stralend weer is. Omdat de regen dan in stralen naar benden komt. Voor onszelf hebben we ook een mooie noest gekocht, en zijn daarna de markt nog even over gelopen. We hebben nog wat potjes honing gekocht en hebben daarna op een terrasje een tosti en een kopje thee genomen. Een heel relaxt en leuk begin van de dag!

Om 10.40 uur liepen we op het punt waar we vorige week waren geëindigd. De route liep eindelijk door het bos, heerlijk op zo’n warme dag als vandaag (31ºC). De zon scheen behoorlijk, maar onze picknickplek vonden we bij de grafheuvels op het balooërveld, in de schaduw van de bomen. We waren vanmorgen langs drassige hooilanden gekomen, vol met bloemen. De Drentse Aa loopt hier ook, deze zijn we een paar keer via bruggetjes over gestoken. Bij de Gasterense duinen zijn we even langs een hunebed gegaan. Altijd leuk.

Aan de rand van het Balooërveld kwamen we een jong stel tegen met twee honden. Ze vroegen of we ergens een pad naar rechts waren tegen gekomen, want ze waren al een tijdje aan het lopen, en wilden weten hoe ze bij de camping terug konden komen. Toen we op de kaart keken bleek dat nog wel een eindje lopen te zijn, dus vroeg ik of ze wel iets te drinken bij zich hadden. Wat ze hadden meegenomen was al op, maar voor de honden waren er onderweg gelukkig genoeg waterplassen en sloten. Wij hadden nog genoeg te drinken bij ons voor de laatste kilometers, dus konden we wel een half litertje Extran missen. Ik weet zeker dat ze dat konden gebruiken.

Wij gingen nu ook weer lopen, achter een aantal andere Pieterpatters aan, die een paar minuten geleden voorbij waren gekomen. Waarvan sommigen toch wel ietwat mank liepen…

 

De laatste drie kilometer liepen we onder de palle zon; HEET!

Bij het dorpje Rolde, het eindpunt van deze etappe, zijn we “hun” twee hunebedden (D17 en D18) gaan bekijken. Natuurlijk weer twee gezinnen, gezellig met de kids aan het fietsen en op het hunebed klimmen… Dus wat doe je dan? Net als de vorige keer; aanwezig zijn. Dan gaan ze blijkbaar vanzelf weg, en nog snel ook! We konden dus weer in alle rust onze foto’s maken.

Eindpunt van deze dag, we hebben het warm. Spullen in de auto, snel schoenen en sokken uit. Remco moet ook het verband nog van zijn hakken halen maar daarna kunnen de slippers aan. Wat is dat dan lekker zeg! Maar nog steeds erg warm, en toe aan iets drinken en eten. We zijn op een terrasje neergestort en hebben onder het genot van een heerlijk koel en fris witbiertje een behoorlijk zout patatje genuttigd. Het zout konden we wel gebruiken want we hadden vandaag genoeg uitgezweet. Het bier gleed wel erg makkelijk naar binnen, en de patat was zo op.

 

De route was erg leuk en afwisselend; we liepen veel op de grens van verschillende gebieden, zoals laag en nat met aan de andere kant hoger en droger (heide). We kwamen ook weer langs akkers met aardappels en maïs, maar ook langs drassiger stukjes land, waar ze een ‘natuurlijk’ land van probeerden te maken. Er stond veel bies, met aan de kanten kattenstaart, korenbloemen, koninginnekruid en nog veel meer. Vooral de houtwallen en mooie oude bomen vielen op en braken het landschap van strakke akkers.

Toen we de Drentse Aa over gingen zagen we sporen in de modder: een das? Aan de overkant zagen we verschillende wallen, dus het zou heel goed kunnen.

 

 

Zondag 15 augustus 2004 Druk op het Pieterpad

Rolde – Schoonlo, 19 km

bewolkt 23ºC

 

Nu ik dit schrijf is het weer tijd voor de lunch! Iets over halftwee, we zitten nu op de rand van bos, hei en veen. Wespen, muggen en steekvliegen te over, maar dat doet niets af aan ons plezier.

De eerste bus van Schoonlo naar Rolde ging pas om 10.50 uur, dus konden we uitslapen op deze Pieterpaddag. Om kwart voor negen reden we weg en arriveerden een half uur voor busvertrek in Schoonlo. Tijd genoeg dus voor Remco om zijn hakken in te tapen, onze schoenen goed aan te doen en vast bij twee restaurantjes op de kaart te kijken. Bij de bushalte stonden nog twee stellen, waarvan een stel een grote herdershond bij zich had. Er was niet echt contact maar het sfeertje was gezellig. Het was even zoeken naar het startpunt; we dachten allebei dat we vorige week aan de andere kant van de weg waren geëindigd, maar na een rondje door het dorp, toch zo’n 20 minuten, hadden we het gevonden; praktisch achter de bushalte waar we eerder waren uitgestapt…

Het pad was een oud spoortraject tussen Assen en Stadskanaal. Het spoor zelf lag er niet meer, maar we liepen op een talud met aan weerszijden akkerland. Het talud zelf was begroeid met voornamelijk braam en brem. De tocht vervolgde over veel zandpaden, door bos en langs bos en veen. Er waren veel Pieterpatters, waarvan we er een paar hebben ingehaald. Dit was de drukste Pieterpaddag qua wandelaars tot nu toe. Het zijn voornamelijk stellen van een jaar of veertig. Maar af en toe ook een gezin. Niet het idee dat dat altijd even geslaagd is…

We werden over een zandpad geleid met aan de ene kant mooie eiken en aan de andere kant prachtige acacia’s. Ook was er een pad met prachtige, kronkelende eiken die een boog over het pad vormden.

Zo, nu de spullen weer bij elkaar pakken, sokken en schoenen schoonmaken en aantrekken, en dan gaan we voor de laatste vijf kilometer van deze dag. Het zonnetje breekt door, dus het zal nog wel even warm worden (het zweet begint net een beetje op te drogen).

 

De zon brak inderdaad door! Warm, maar toch ook wel erg lekker, zo’n zonnetje op je bolletje.

De laatste kilometers gingen weer door het bos en langs akkers, totdat onze etappe eindigde in Schoonlo. Daar zijn we bij café Hegeman heerlijk op het terras gaan zitten bijkomen, met natuurlijk een lekker witbiertje, een bord patat (V) en een broodje kroket (R).

Het was weer een heerlijke dag!!

 

 

Zaterdag 21 augustus 2004 De Papeloze kerk

Schoonlo – Sleen, 22 km

18ºC

 

Om vijf voor zes vanmorgen reden we weg. In Sleen moesten we de bus van vijf voor acht naar Schoonlo halen, anders werd het pas anderhalf uur later.

Natuurlijk waren we weer ruim op tijd, maar dat weet je nooit van tevoren. Als we vanmorgen over de A1 hadden gemoeten, hadden we namelijk om moeten rijden omdat er een dodelijk ongeluk was gebeurd en de snelweg was afgesloten. Gelukkig moesten wij over de A28, dus verliep de reis voorspoedig.

Om kwart over acht werden we door de buschauffeur afgezet in Schoonlo, de wandeling kon beginnen. Wel met een licht regenbuitje helaas, maar de temperatuur was aangenaam. Al snel veranderde de regen in wat spatjes, wat onze bezwete lichamen heerlijk verkoelde.

We kwamen door veel bos, regelmatig onderbroken door heidevelden met veen en water. Omdat de hei net in bloei stond was er een mooie paarse gloed. De zandpaden werden veel vergezeld door fietspaden, wat deze keer fijner liep dan de modderige zandpaden ernaast. Ook de paden van kleine keitjes waren niet erg fijn om te lopen; ze waren glad en hobbelig. Aan de randen was er wel vaak een rand zonder keitjes, maar dan lagen er weer allemaal regenplassen.

Toch bleef het leuk om te lopen, je moest je weg gewoon een beetje zoeken. Over zoeken geschreven; we kwamen op een gegeven moment bij een richtingsbord “hennepdoolhof”. De route bleek langs een biologisch-dynamische boerderij te lopen, die van hennep hun specialiteit hadden gemaakt. We kwamen eerst langs een groot veld, vol met hennepplanten. Daarna lag de camping, alle stroom kwam volgens mij van zonnepanelen. Remco zag op een bordje staan dat ze ook hennepbier hadden, maar daar was het nog iets te vroeg voor.

We gingen weer verder door het bos, kwamen weer in een regenbui (de paraplu’s hadden we gelukkig mee) en moesten via een brug het Oranjekanaal over. Dit kanaal is tussen 1853 en 1858 gegraven t.b.v. de afwatering, maar dit bleek niet te werken. Ook de scheepvaart maakte er niet veel gebruik van, dus nu is het een bijna weelderig begroeid kanaal. Je mist alleen de bochten nog, en dan zou het een idyllisch riviertje zijn.

Wat kilometers verderop hebben we een afslag genomen naar de Papeloze kerk, een hunebed waar tijdens de hervormingen in de 16e eeuw, gereformeerde geestelijken en hun volgelingen in het geheim, tegen alle verboden in, hun diensten, preken en vergaderingen te houden. Papeloos betekent ‘zonder priester’. Het hunebed was dus geen kerk, maar had wel deze functie. Toentertijd lag het hunebed op een groot, uitgestrekt heideveld, zodat ze hun vijanden van verre konden zien aankomen en ze dus op tijd konden vluchten. Tegenwoordig staan er allemaal bomen omheen. Dhr. A.E. van Giffen heeft rond 1930 het hunebed, toen in zeer slechte staat, gerestaureerd. De helft van het Hunebed ligt nu onder de aarde en gras, de rest is onbedekt gelaten om te laten zien hoe het er onder de aarde uit ziet. Het was een grote ovaal met daaromheen staande stenen, daarbinnen de steun- en dekstenen van het hunebed. De ingang was mooi te zien.

Na in totaal anderhalve kilometer extra lopen kwamen we weer terug op de plek waar we de route hadden verlaten. Iets verderop werd het bos onderbroken door een veengebied met grafheuvels. Van eentje is in ieder geval bekend dat ie van ongeveer 1300 v C is.

Weer verder door het bos, kwamen we uiteindelijk bij de plek waar de oude route was afgesloten en we een nieuwe route moesten volgen, dus moesten we goed letten op de langeafstandsroute –tekens, want zonder aanwijzingen van het boekje moet je af en toe best zoeken. Het kwam er op neer dat we iets van twee tot drie kilometer extra moesten lopen. Niet erg, maar toch het vermelden waard.

We waren toe aan onze lunch, maar het was weer aan het regenen, dus liepen we nog even door… Op het moment dat het van regen tot miezer over ging kwamen we een bankje tegen. Vuilniszakken er op, handdoeken er overheen, en zitten. We hadden uitzicht over akkers, achter ons lag bos. Langzaam aan werd het droog en brak de zon voorzichtig door!

De rugzakken werden weer ingepakt en op onze schouders gehezen. Iets later kwamen we aan in Noord-Sleen. Hier stonden ergens twee hunebedden die we door de omleiding hadden gemist. Na een kleine omweg vonden we ze. De eerste op ons (Pieter)pad was in vervallen staat. Hij had nog maar een of twee dekstenen, en zag er dus wat kaal uit. Er omheen stonden nog wel een boel stenen, maar het hunebed in het bosje verderop was echt veel mooier. Het was een heel groot hunebed met een stuk of acht dekstenen. De stenen daar omheen waren behoorlijk groot. Het was zeker de moeite van het omlopen waard!

De tocht vervolgend kwamen we langs akkers, deels geoogst, aan in Sleen, waar we de rugzakken in de auto konden gooien om ons daarna op het terras (het was nu immers droog) aan de overkant te belonen met een witbier(V), icetea (R), en allebei een tomatensoep, die erg lekker was. Waarschijnlijk extra lekker door de prachtige tocht die we achter de rug hadden. Met omweg hebben we nu zo’n 110 pieterpadkilometers in de benen. En nog steeds is het leuk!!!

 

 

Woensdag 25 augustus 2004 Stoplicht voor koeien

Sleen – Coevorden, 19 km

17°C

 

De woensdag is mijn vaste, vrije dag, en Remco had een Pieterpaddag opgenomen. Om vijf over zes stapten we in de auto. Voor zowel gisteren als vandaag was er veel regen voorspeld, wel met een lekkere temperatuur maar toch veel kans op regen. Gisteren, tijdens het werk, bleef het buiten aardig droog, met een of twee buitjes tussendoor. In het noordwesten van het land was er een behoorlijke windhoos geweest, maar bij ons viel het allemaal reuze mee. Het was in ieder geval goed genoeg om te lopen. Maar ’s avonds en ’s nachts kwam de regen met bakken naar beneden. Het was een stralende nacht, zoals de houtverkoper van de markt van melk-en-honing zou zeggen. Dus dacht ik vannacht, elke keer dat ik wakker werd; “ Wat nu valt kan morgen niet meer vallen.”, maar erg hoopvol zag het er niet uit. Ook het weerbericht ’s ochtends voorspelde veel buien die het land over zouden trekken… Gelukkig hadden we maandag nog snel twee regencapes gekocht (dat zit toch heel wat luchtiger dan een regenpak, en de rugzak past er ook nog onder).

Toen we wegreden spetterde het nog, met af en toe droge stukken. Het werd steeds droger, en toen we de auto bij Coevorden NS parkeerden was het droog! We waren er weer mooi op tijd, en om acht uur stapten we in de trein naar Emmen. In Emmen aangekomen hadden we nog even tijd voor we de bus naar Sleen konden pakken, dus Remco kon op zijn gemak zijn hakken intapen en zijn rugzak opnieuw inruimen.

Er stapte nog een Pieterpadstel op de bus, van een jaar of zestig denk ik. Vriendelijk stel. Toen ik op een bank wilde gaan zitten voelde ik opeens een scherpe prik in de zijkant van mijn bovenbeen. Ik zag niets, maar het voelde als een wesp. Het werd al snel een behoorlijke bult, en het brandde als een gek! De plek zat gelukkig ter hoogte van een rits van mijn afritsbroek, dus kon ik de bult makkelijk ‘bloot’ leggen. Het laatste beetje noorse prikweg erop gedaan, maar echt beter werd het niet. In Sleen aangekomen zijn we gelijk naar de drogist gegaan. Het was iets voor negen uur, maar gelukkig waren ze al open. Ik kreeg een homeopatische spray, en het werkte perfect. Binnen een half uur was de zwelling weg! Het bleef wel pijn doen en branden, maar het was goed te doen.

We konden eindelijk gaan lopen. Het andere stel haalden we spoedig in. Bij Holsloot moesten we over een draaibrug naar de overkant. Een bootje was ons net voor; de brug werd, door een stevige boerenvent van een jaar of veertig, met buik en op badslippers, met de hand opengedraaid. We moesten even wachten voor hij de brug weer dicht had gedraaid en de slagbomen open had gezet. Het was leuk om te zien. Ik vroeg of er nog wat te beleven was op zo’n dag, maar nee, het seizoen was over. De laatste weken kreeg hij zo’n zeventig boten per dag, maar nu bleef het bij tien. Voor het handwerk betaal je trouwens niets. Dit was de laatste week dat de brug werd bemand, daarna mag iedereen het weer zelf doen.

De route liep alleen maar langs akkers en dorpjes, allemaal asfalt, op één normaal-gesproken-zand-maar-nu-modder-pad na. Maar het was droog, de zon deed zijn best en het was een heerlijke wandeling. We kwamen langs een paar stoplichten, speciaal voor overstekende koeien. Zie je ze al op het knopje drukken??!!

We kwamen langs en over veel kanalen. Zo’n zes kilometer voor het eind van de etappe kwamen we bij een bankje. Mooi punt voor onze lunchpauze. Na nog geen tien minuten begon het te spetteren en  gooide ik mijn beker wijn om. We zijn weer snel gaan lopen. Een stukje verder begon het toch wel wat harder te druppelen en in het stadspark van Coevorden aangekomen moesten we onze kersverse regencapes gaan uitproberen. We waren blij dat we al bijna bij de auto waren.

Het was een heerlijke dag. Eigenlijk is twintig kilometer net iets te kort, vijfentwintig of dertig kan best.

 

 

Zondag 29 augustus 2004 ‘Welkom’ bij Jan en Gees…

Coevorden – Hardenberg, 20 km

19°C

 

Om halfzeven vanmorgen reden we weg. De zon kwam langzaamaan op en het zag eruit alsof we een redelijk mooie dag zouden krijgen. De gloeiende halve bol die zich op een gegeven moment liet zien, zette zich daar in ieder geval flink voor in. Ruim een half uur voordat we de trein konden nemen waren we al in Hardenberg. Volgende week kunnen we best iets later vertrekken.

De trein reed langs het kanaal richting Coevorden, het laatste stuk zelfs op een dijkje tussen twee kanalen in! Om vijf over half negen, tien minuten trein later, konden we gaan lopen.

In Hardenberg was er nog een Pieterpadstel, van een jaar of vijfenvijftig, op de trein gestapt. Tijdens het lopen bleek dat zij ook een vrij hoog wandeltempo hadden. Wij liepen voorop en voelden dus hun hete adem in onze nek. Na een stop om mijn wespensteek van afgelopen woensdag jeukvrij te sprayen (zo groot als mijn hand) hebben we ons iets verderop in laten halen. Mooi moment om onze truien uit te doen. Vrij snel daarna, in het buurtschap Klooster, konden ook onze pijpen eraf. Hierdoor liep de voorsprong van de andere Pieterpatters wat uit en hadden we tenminste geen last meer van elkaar. Ik moet zeggen dat ze echt een behoorlijk hoog tempo hadden, want dit was de eerste keer dat we werden ingehaald.

Bij De Haandrik, de kruising van de Overijsselse Vecht en het Almelo-De Haandrikkanaal, hebben we ze nog een keer gespot, maar ze zijn ons voorgebleven. Van Coevorden tot De Haandrik was het lopen over asfaltwegen en langs akkers. Uiteraard door kleine buurtschapjes. In één van de weilanden waar we langs kwamen stond een boom met een enorm dikke stam, ergens bij Holthone. Bij De Haandrik zelf zagen we een troepje kwartels of patrijzen. Erg leuk om te zien! Via nog meer asfalt en akkers kwamen we aan in Gramsbergen. Het café over het spoor “Bij Jan en Gees”, stond vermeld in de Pieterpadgids; “ Pieterpadwandelaars worden hier met open armen ontvangen. Een gastenboek ligt voor hen klaar.” Ja, behalve op zondagochtend half elf… Hartstikke dicht… Het dorp Hardenberg was leuk om doorheen te lopen. Er stonden leuke, oude huisjes, maar het zag er allemaal nogal rommelig uit. Het was wel gezellig met vlaggetjes versierd.

Onderweg werden we vrolijk begroet door o.a. blaffende honden, mekkerende schapen, loeiende

koeien en hinnikende paarden. Toen ik bij een pony ‘klakte’ begon ie te briesen en te hinniken, terwijl hij daarbij op de grond stampte. Hij wilde heel graag aandacht en een knuffel! Bij het volgende paard dat om aandacht vroeg, en kreeg, kwam er een hond aan die ook wel graag een aai wilde. Iets voorbij Gramsbergen zijn we aan een picknicktafel langs de Vecht (en helaas een drukke weg) even gaan zitten om iets te drinken. Dat was wel lekker.

Na nog veel meer boerderijtjes, asfalt en akkers kwamen we bij het Engelandsche bosch, waar we op een bankje voor de lunch hoopten. Maar natuurlijk, zoveel bankjes als we onderweg waren tegengekomen, in het bos, natuurpark, was geen bankje langs de route te vinden. Wel een mooie plasplek daarentegen, wat erg welkom was!

Iets verder, buiten het bos aan het eind van een zandpad, met nog drie kilometer te gaan, kwamen we een bankje tegen. Het leek erop dat het, net als de vorige keer, tijdens de lunch zou gaan regenen maar het werd uiteindelijk steeds lichter.

Het laatste stuk ging langs de Vecht, met langs de kant een mooi natuurgebied. We liepen op de dijk en hadden daardoor een mooi uitzicht op het gebied. Bij de brug eindigde de etappe, maar voor we bij het station en de auto waren, moesten we nog wel een aardig stukje lopen. We hadden besloten dat we een patatje zouden eten bij aankomst, maar tijdens de tocht door de stad bleek dat vrijwel alles dicht was. Zeer gelovige omgeving, dat merkten we wel. Gelukkig was de patatzaak, met terras, tegenover het station wel open. We konden onze snack toch nog nuttigen. Om een uur of één kwamen we daar aan, en hadden dus weer lekker doorgelopen. Het was een heerlijke etappe, maar volgende week doen we iets meer!

 

 

Zondag 5 september 2004 De bewoners van het huisje op de kaft van de wandelgids

Hardenberg - Ommen Steile Oever, 26 km

± 25°C

 

Toen we vanmorgen om 6.35 uur weg reden hebben we van Soest weinig gezien; wat een verschrikkelijk dichte mist! Ik denk dat we nog geen tien meter voor ons uit konden kijken. Op de snelweg was het iets beter, maar zo'n dichte mist hebben we nog niet eerder gehad. Het was ook nog eens enorm druk op de weg, met ook heel veel motoren. Waarschijnlijk weer wat te doen op het circuit van Assen, want anders is het op zondagochtend vroeg echt nog niet zo druk.

Ondanks alle mist kwamen we heelhuids en op tijd aan in Ommen, waar we alleen het station nog moesten vinden. Het station lag iets buiten het centrum en na wat rond rijden hadden we het opeens gevonden. Remco kon zijn hakken intapen, koele drankjes in de koeltasjes doen en daarna in onze rugzakken stoppen terwijl ik de treinkaartjes ging halen. Na tien minuten kwam de trein. De mist begon langzaam weg te trekken. Het laatste stuk in de auto had de zon zich al een paar keer als een grote rode bal laten zien, met de mist die daar sissend omheen hing.

Vanaf het station in Hardenberg moesten we eerst nog een kilometer lopen voor we bij het beginpunt van de etappe kwamen. We waren nog maar net met de etappe begonnen toen we bij een bruggetje kwamen waar we overheen moesten. Helaas was deze afgesloten omdat ie opnieuw geasfalteerd was ofzo, dus moesten we omlopen. Het kwam neer op een omweg van zo'n 500 meter, op dat moment hadden we meer extra kilometers gelopen dan Pieterpadkilometers. Maar niet getreurd, nu konden we echt beginnen. De zon kwam door, wat je dan ook gelijk aan de temperatuur merkte.

Langs zeker vier kerken van Hardenberg (het hele dorp ging op dat moment ook naar de kerken) werden we het stadje uitgeleid. We kwamen langs een drassig natuurgebiedje, langs weilanden en akkers, over asfalt, klinkers en zand. We liepen een stukje langs een dode tak van de Overijsselse Vecht, erg mooi. Na de eerste 6 Pieterpadkilometers kwamen we aan in het gehucht Rheeze, een beschermd dorpsgezicht. Over de brink, met prachtige boerderijtjes, ging de route verder. Via wat asfalt kwamen we uiteindelijk op de zandpaden van het Hardenbergse bos. We hadden al talloze, leuke picknickbankjes gezien en we begonnen te vrezen dat ze op zouden zijn als wij de behoefte hadden aan pauze. Eerst moesten we het bos nog door. Op de plek waar we het bos weer uit kwamen stond een schattig oud boerderijtje, met aan de andere kant van het pad twee mooie oude schuren. De bewoners, opa en oma, kwamen net thuis, terug van hun uitje naar de kerk, met het kerkboekje nog in de hand. Ik sprak oma aan met de vraag of zij hier op dit prachtige plekje woonden. Ze begon te stralen, zag dat ik het Pieterpadboekje bij me had en wilde de voorkant daarvan zien. Het was een foto van hun plekje, vanaf de andere kant genomen. Echt heel leuk! Ze kletste nog wat met ons en vroeg of we nog genoeg water hadden, anders konden we wel wat krijgen. Het mannetje was wat stiller, maar volgens mij net zo lief.

Verderop kwamen we bij de Vecht, met de Junner stuw. Ze hebben er ook een vistrap gemaakt. Eerder onderweg kwamen we in het bos een rode 'Pieterpadbrievenbus' tegen, waar een schrijfboekje met pen in zat. Het idee hiervoor was voortgekomen uit een reis naar Noorwegen (zucht, heimwee) waar langs wandelpaden ook zulke bussen staan. Een erg leuk idee. Er bleek dat ongeveer een kwartier voor ons andere Pieterpatters waren langs geweest. Er was deze keer niemand anders op het station uit gestapt, en inderdaad, ze hadden ergens overnacht. Ze liepen niet snel want zelfs met alle tussenstops voor foto's haalden we ze langzaam in. Bij de Junner stuw was het zover, terwijl zij daar stonden te mutsen (achteruit de weg op lopen om een foto te nemen als er net een auto aan komt) liepen wij snel verder. Hier hadden we ergens willen lunchen maar het was er knetterdruk. Dan maar verder. En natuurlijk, wat we al hadden gevreesd, de volgende 4 a 5 kilometer was er geen bankje te bekennen. We liepen verder door een bos waar verder niets was… Eindelijk vonden we een bankje, met tafel zelfs. Even bijkomen, want we hadden er 3 1/2 uur lopen op zitten.

 

 

Dinsdag 14 september 2004 De Archemerberg

Ommen, Steile Oever - Holten, ± 31 km

± 18°C

 

We werden wakker in ons vakantiehuisje, voor twee weken door Cor gehuurd, in het bos bij Neede. Iets over half zeven reden we richting Holten. Daar vandaan moesten we eerst een hele wereldreis per trein en bus maken voordat we bij Ommen, Steile Oever konden beginnen met lopen. Met de trein gingen we van Holten naar Wierden, van Wierden met de bus naar Nijverdal waar we op de buurtbus naar Den Ham moesten stappen. Het buurtbusje werkte wel met strippen, maar niet met de doorsnee strippenkaart. Heel slim. In Den Ham zouden we de bus naar Steile Oever tegen komen, maar blijkbaar was een van de twee routes iets veranderd. Dus stonden we om kwart over acht in een slaperig Den Ham. Na een rondje om het dorp kwamen we een bushalte tegen waar de juiste bus langs zou komen, om iets voor negen. Gelukkig kwam deze ook en stonden we om iets over negen uur aan het begin van onze etappe, ongeveer 32 kilometer voor de boeg.

De lucht was strak blauw, dat begon goed! Al snel kwamen we over de beek de Regge en voor we het wisten liepen we in rap tempo het bos in, de Archemerberg op. Onder aan de 75 meter hoge heuvel zagen we een zwarte specht. Hij liet zich niet horen en vloog snel weer weg, maar het was toch een bijzonder start. De heuvel oplopend kwamen we door een prachtig heideveld met veel oude jeneverbessen. Je zag aan de groeven op het pad, en de diepe, brede groeven naast het pad, dat het regenwater hier behoorlijk kan stromen. De uitzichten werden steeds mooier, we genoten enorm van de overweldigende schoonheid en rust om ons heen. Bovenop de berg aangekomen heb ik Cor even gebeld om te vertellen hoe mooi het er was. Een man uit de buurt kwam vanaf een andere kant de berg op. Na nog wat foto's zijn we weer verder gegaan. Via het plaatsje Lemele liepen we, over voornamelijk zandwegen, door een polderlandschap naar het Overijsselsch Kanaal en het gehucht Hankate. Na ongeveer een uurtje bereikten we weer bos. Via de Eelerberg kwamen we langs avonturenpark Hellendoorn, wat gesloten leek; niks deed het en we zagen geen mensen. Een paar kilometer verderop zijn we op een bankje gaan zitten, waar ik nu zit te schrijven. Zometeen gaan we verder, op naar de hei voor onze pauze met drankje.

De kilometers voor de pauze met drankje waren zwaar en het duurde lang. Eindelijk konden we in het bos  op een bankje gaan zitten. Het drankje smaakte erg goed en de laatste kilometers naar de auto gingen lekker. Ruim 30 kilometer, toch knap vind ik zelf. Het weer was heerlijk; wolken, zon en warm genoeg om in je t-shirt te lopen.

 

 

Vrijdag 17 september 2004 Kraampje langs de route

Holten - Vorden, station, ± 28 km

± 21°C, zonnig

 

Vanmorgen in Vorden stapten we om tien over acht op de trein (meer een tram) naar Zutphen. Het ding zat bomvol scholieren, maar gelukkig was het maar tien minuten staan voor we er waren. In Zutphen konden we kiezen om met de trein naar Deventer, en van Deventer naar Holten te gaan, of om in Zutphen de bus naar Holten te nemen. Als we voor de trein kozen moesten we op Deventer twintig minuten wachten maar waren we wel 5 minuten eerder in Holten. Kozen we voor de bus, dan zouden we dus ietsje later in Holten aankomen, maar hadden we wel een toeristische route. We kozen voor de bus.

Om kwart over negen stapten we uit de bus in Holten. Langs akkers en weilanden, eerst over zand, later over asfalt, liepen we naar de Schipbeek. Via een prachtige beukenlaan werden we langs de beek geleid. Wat verderop ging de route over een boerenerf, waar heel schattig een klein kraampje met allemaal flesjes drinken, koeken en zakjes drop. Er lagen ook bananen waar een prijsje op de schil stond geschreven. Plantjes en zaden kon je ook kopen. Er hing een prijslijstje en er stond een bakje om je geld in te doen. Een heel vriendelijk gebaar, en vol vertrouwen!

Lopend langs een andere boerderij begon een hond naar ons te blaffen, hij was heel hees, dus klonk heel aandoenlijk in plaats van vervaarlijk. Bij landgoed Verwolde kwamen we het bos weer in, waar een vrouw met twee honden stond. De kleinste was heftig naar ons aan het blaffen, en toen ik tegen hem zei dat ie heel stoer was kwam de grote hond ook om aandacht vragen. Gezellig zo. Na nog een kleine pauze kwamen we aan in Laren waar we ook snel weer verder gingen met de volgende etappe; 15 kilometer gehad, nog 14 te gaan. Dankzij de heerlijke zon lopen we in t-shirt en korte broek, dat is toch wel genieten. Nu zitten we aan de beek de Berkel, op ons kleedje, omdat het vorige picknickbankje door fietsende grijze duiven was bezet en het picknickbankje bij de Berkel hier voor onze neus werd weggekaapt door een ander stel fietsende bejaarden!

We hebben nog 9 kilometer te gaan en we voelen ons goed. Dat gaat dus wel lukken.

 

 

Zondag 19 september 2004 Bah, een teek

Vorden - Doetinchem, 26 km

± 18°C, zonnig, wolkjes, windje

 

De bus van Doetinchem bracht ons met een half uurtje naar station Vorden, en om vijf over negen deden we onze eerste Pieterpadstappen van het tweede boekje! Bij kasteel Vorden hebben we even een kijkje genomen en daarna het Pieterpad weer opgezocht. Langs een beekje, door het bos, over brede boslanen, en verderop langs akkers, kwamen we in het buurtschap Linde. Weer langs weilanden en akkers, door bos en uiteindelijk over een graspad van ongeveer tien meter breed, liepen we op huize 't Zelle aan. Daar, op een zevensprong, zijn we even gestopt om onze broekspijpen af te ritsen.

Ik zag trouwens ook nog een zwarte specht zitten, laag op een boomstammetje, zo'n drie meter verderop. Ook Remco kon hem spotten, en daarna vloog de specht snel weg.

Over een asfaltweg liepen we nog ongeveer anderhalve kilometer voor we in Varssel aankwamen. Langs de Varsselse golfbaan werden we weer naar een bos geloodst. Daar zitten we nu, op de hoek van een weiland, even bij te komen. Net voelde ik iets prikken in mijn knieholte; ik voelde en, o kut, keek: een teek. Hij was nog ieniemini klein en Remco kon hem er gelukkig heel makkelijk uithalen.

 

 

Vrijdag 11 februari 2005 Heel veel ganzen

Doetinchem – Tolkamer (Vreestraat) 26 km

± 8°C mistig, bewolkt, geen wind

 

Het voorjaar komt er aan en het werd weer Pieterpad-tijd. We hadden allebei een lang weekeind na extreme drukte op het werk, en wilden lekker gaan lopen. Alleen het weer werkte niet mee, er werd veel regen voorspeld. Dus hebben we gisteren een doe-eens-niets-dag genomen en de wandeling voor vandaag gepland omdat het vandaag redelijk droog zou blijven. Voor zaterdag en zondag was er ook veel regen voorspeld, en dat is toch minder leuk om in te lopen. Het was lekker dat we in ieder geval door de week konden lopen, aangezien we met het Pieterpad in een gebied met weinig bevolking zaten. Vrijdag is een betere dag qua openbaar vervoer dan het weekeind. Rond kwart over zeven reden we al de straat uit, en na vijf kwartier parkeerden we de auto in Tolkamer. In de schemering gingen we op zoek naar DE bushalte van Tolkamer. Na zo’n beetje het hele dorp door te hebben gelopen zonder ook maar iets van een bushalte te hebben gevonden, liepen we terug naar de auto. We zouden het dorp met de auto door rijden in de hoop op tijd te zijn voor de bus. Veel tijd hadden we niet meer, en de volgende bus zou pas een uur later komen. Toen we vlak bij de auto waren zagen we een stuk verderop een eenzaam bushokje! Met nog vijf minuten op de klok hadden we hem gevonden. Tevreden stapten we in de bus die ons naar Zevenaar bracht. Vanaf Zevenaar konden we na vijf minuten de Syntex-trein naar Doetinchem nemen.

Met een ontspannen gevoel stapten we om kwart over negen het Pieterpad op. Na bijna vijf maanden konden we eindelijk weer eens Pieterpatten. Voelt toch anders dan het Utrechtpad. Binnen een half uur werden we begroet door een fietser met de vriendelijke opmerking dat Maastricht nog een heel eind was.

Na een paar kilometer kwamen we bij een nieuw industrieterrein, waar nog veel meer nieuws uit de grond gestampt werd. Tussen de bouwterreinen en bouwwagens door liepen we snel verder. Na krap een uur lopen hadden we het zo warm gekregen dat onze jassen uit moesten. Zie je wel, het voorjaar komt er aan. De vele sneeuwklokjes en krokussen bewezen dat ook.

Via een recreatieterrein met een grote waterplas liepen we richting het Bergherbos. Het bos was mooi met prachtig bemoste beuken en eiken, en heel veel holle wegen. Het pad steeg in korte tijd van zo’n 15 naar 82 meter, en koste ons best wat energie. Bovenop de heuvel stond een bankje waar we heerlijk op zijn neergeploft. Precies de goede plek voor een (onbezet) bankje! Na een minuut of tien waren we weer ruimschoots op adem en al aardig aan het afkoelen, dus pakten we onze spullen weer. We hadden intussen tien kilometer afgelegd in anderhalf uur.

Al dalend, stijgend en weer dalend bracht het pad ons verder, door verschillende soorten bos, richting de grens met Duitsland, dat we betraden door over een brug over een stinkende A3/E35 te gaan. Al snel kwamen we bij het dorpje Hoch-Elten, boven op een beboste heuvel. De houten electriciteitspalen gaven het buitenlandgevoel, terecht. Over een leuk, kronkelend bospad kwamen we uiteindelijk weer op asfalt terecht. Door de polder liepen we Nederland weer in, op naar Spijk, waar de Rijn officieel Nederland binnen stroomt. We hadden drie uur gelopen en 19 kilometer afgelegd, met twee korte pauzes tussen door. Vlak voor Spijk kwamen we in het bos nog een leuke plek tegen waar we een kwartiertje hebben zitten genieten.

De route ging verder over de dijk langs de Rijn, druk bevaren door transportschepen. Een stukje verderop zijn we halverwege de dijk gaan pauzeren. Een iets langere pauze deze keer, op maximaal drie kilometer afstand van de auto. Nog even genieten voor we klaar waren. Op het land, zo’n 100 meter voor ons, zaten wel zes- of zevenhonderd grauwe ganzen verzameld. Een erg lekker plekje voor een pauze, zowel voor de ganzen als voor ons. Met op de achtergrond de Rijn. Na een klein half uurtje hebben we ons weer op de benen gehezen, en na korte tijd waren we bij Tolkamer. Iets voor drie uur waren we bij de auto.

In Zevenaar hebben we een patatje gepikt, en om half vijf waren we weer in Soest. We hebben lekker snel gelopen vandaag, 26 kilometer in vier en een half uur, maar het ging wel heel ontspannen. We raken blijkbaar toch steeds meer getraind.

Het was een heerlijk gevoel om weer op het Pieterpad te lopen!!

 

 

Woensdag 16 maart 2005 Gezellig, Duitsland…

Tolkamer (Vreestraat) – Groesbeek 25 km

zonnig, lentedag, ± 20°C

 

Remco heeft een Pieterpaddag opgenomen; op zondag is het niet mogelijk om met de bus en trein van Groesbeek naar Tolkamer te gaan… Vandaag, op een doordeweekse dag, doen we er nog twee uur en een kwartier over! Vanmorgen om half zeven stapten we in de auto. Na 100 km kwamen we aan in Groesbeek, rond kwart voor acht. We hebben de bushalte opgezocht (en gevonden) waar we nog 10 minuutjes moesten wachten. Mooie timing. De bus bracht ons met 20 minuten naar het station Nijmegen. Terwijl Remco kaartjes kocht ben ik snel deo gaan halen. deze was ik vanmorgen vergeten, en anders ga je toch wel behoorlijk stinken. Toen we aankwamen stond de trein al klaar. Na een kwartiertje trein bereikten we Arnhem, waar we na vijf minuten al op de bus naar Tolkamer konden stappen. Deze busreis duurde een uur en tien minuten dus we konden rustig ontbijten!

Na de ontspannen busreis, die snel voorbij ging, stapten we om kwart over tien uit in Tolkamer. We hadden ruim drie kwartier om vier kilometer te lopen; haalden we dat niet, dan moesten we nog twee uur (!) wachten tot de veerboot naar Millingen weer zou komen. We moesten flink hard lopen, de nodige piesbeurt voor allebei tussendoor, en snel weer verder. Onze jas kon vrij snel uit, zo warm was het al! We hebben de benen onder onze kont vandaan gelopen. Gelukkig maar, want toen we aankwamen kon ik nog net een foto van het bootje maken voordat deze aanlegde. De wind was stevig en de golven behoorlijk, het bootje ging op en neer, alle kanten op: zeebenen waren welkom. Binnen vijf minuten waren we aan de overkant, waar ik gelijk m’n truitje heb uitgetrokken, om met korte mouwen (16 maart!) weer verder te lopen.

We gingen door een winderige maar zonnige polder verder. De wind floot af en toe in onze oren, we konden elkaar daardoor soms moeilijk verstaan. Via het dorpje Leuth, waar we een korte pauze in de zon hebben genomen, liepen we richting Duitsland. Over een bruggetje liepen we ons buurland in. De eerste twee Duitsers die we tegen kwamen groetten ons niet terug, en de derde stak haar middelvinger omhoog toen ik aangaf dat ze wel iets rustiger mocht rijden; ze kwam met een noodgang aangescheurd in haar auto, midden in het dorpje over het smalle weggetje waar wij liepen. Trut. Onaardige pest-duitsers. Het dorpje heet Zyfflich, er zaten twee ooievaars op een nest. Ga toch in Nederland nestelen…

Na een tweede korte pauze, heerlijk in ons t-shirt in de zon met een aangenaam windje, liepen we Nederland weer in, de Duivelsberg op. De berg ging flink omhoog maar was te doen, en was eindelijk onverhard. Volgens de routebeschrijving zouden we bij een houten wegwijzer komen. Deze zagen we echter pas na nader onderzoek, ingegroeid in een boom. Na een paar stevige klimmetjes en afdalinkjes zaten we heerlijk te pauzeren, weer in het zonnetje, in een dal tussen verschillende heuvels, met akkers en bos. We hoorden het gejoel van veel honden: een slipjacht. En inderdaad, na een kwartiertje zagen we wel 50 ruiters over de dijk gaan. Wel een bijzonder gezicht, al zagen we alleen de hoofden van de paarden en de bovenkant van de ruiters.

Nog vier kilometer te gaan en dan zouden we zijn weer bij de auto zijn.

We moesten nog een klein klimmetje maken, waarna we vrij snel het bos van de Duivelsberg achter ons lieten en het laatste stuk tussen de akkers door liepen, in de toch wel brandende zon. We bereikten de bebouwde kom van Groesbeek en weken bij de kerk af van de route, richting centrum, met hapje en drankje. Het was echt super lekker weer, dus wilden we graag op een terrasje zitten. Het kleine terrasje waar we langs kwamen zat echter vol, dus zijn we uiteindelijk op een picknickbank bij een cafetaria terecht gekomen. Een patatje en een lekker koude bitter lemon, hmmmm. Rond half vijf stapten we weer in de auto. Het verkeer zat ons mee (de andere kant op was wel veel file), dus om zes uur reden we Soest in, bijna twaalf uur nadat we vanmorgen weggereden waren.

Ik heb vandaag de longen uit mijn lijf genoten, me door de zon laten koesteren, lekker gelopen en de lente intens beleefd. Overal stonden sneeuwklokjes en krokussen uitbundig te bloeien, zo mooi. Heel toevallig hebben we de allereerste echte lentedag (hoewel, 20°C lijkt wel op zomer) uitgezocht om te lopen, we hadden het niet beter kunnen plannen!

We hebben wat kleur opgedaan, en alle energie van de zon in ons op genomen. Ik geniet altijd van het eerste-lentedag-gevoel, maar vandaag was het wel heel bijzonder. Heerlijk! Dat is een van de voordelen van het lopen. En zoals vandaag mag het wel altijd zijn, echt perfect weer! Ondanks 15 kilometer asfalt, waarvan de eerste vier in een zeer hoog tempo, en het oversteken van de Duivelsberg (met zijn zeer terechte naam), was het een fantastische etappe. Gelukkig waren de laatste 10 kilometers voornamelijk bospaden, akkerwegen en graspaden, wat toch een stuk aangenamer loopt.

 

 

Zaterdag 19 maart 2005 Opgesloten!

Groesbeek – Vierlingsbeek, 32km

Bewolkt, lichte miezerregen ± 10°C

 

Vandaag besloten we om iets eerder weg te gaan dan afgelopen woensdag; ten 1e omdat we iets verder moesten rijden, en ten tweede omdat we bij Sambeek even wilden kijken naar de vaartijden van het veer Afferden – Sambeek, aangezien deze niet in het PP-boekje stonden vermeld, en het op internet ook niet te vinden waren. Bij het veer aangekomen konden we alleen zien dat het veerbootje de hele dag vaart, van half acht tot zes uur ofzo, maar de precieze vertrektijden stonden er niet bij. We gingen er vooralsnog van uit dat het veer constant heen en weer zou varen. We zijn doorgereden naar Vierlingsbeek, alwaar we de auto vlak bij de route parkeerden. Om bij het treinstation te komen moesten we het dorp uitlopen, wat ons zo’n 10 minuten koste. Toen hadden we nog een half uur voordat de trein naar Nijmegen kwam.

In de trein keken we lekker naar buiten, naar het landschap dat voorbij flitste. Op een van de akkers stond iets, mijn eerste gedachte was een ree, maar toen ik beter keek zag ik dat dat het niet was. Wat het wel was kon ik niet zien, of tenminste, wat ik dacht te zien was wel heel vreemd… Ik keek naar Remco, Remco keek naar mij. Hij had het blijkbaar ook gezien want hij keek me met een vragende blik aan. Remco dacht wat ik dacht; of het was een boer met heel dunne beentjes en een hele dikke kont, die voorover gebukt op zijn land stond, of het was een struisvogel. We houden het maar op het laatste, hoe gek het ook klinkt.

Een station verder stapte er een groep dames in, een stuk of acht kakelende kippen. De een praatte nog harder dan de ander, en dat dus 8 keer. Pok, pok, pok, pok, pok. Ik kon ze niet zien, wat maar goed was ook, want ik stikte van de lach. De heerlijke rust die ervoor in de coupé had geheerst was plotseling geheel verdwenen. Ze produceerden het aantal decibellen van twee klassen koters op schoolreisje. Het waren twee gesprekken die werden gevoerd, het meeste kon je niet verstaan omdat ze elkaar overstemden. Na een kwartier kon ik mijn eigen gedachten niet eens meer horen. Ik kreeg de slappe lach en durfde Remco niet meer aan te kijken. Als ik dat nog een kwartier moest volhouden werd ik gek; doorgedraaid door kakelende huisvrouwen… Gelukkig duurde het nog maar even voor we in Nijmegen aankwamen waar we even de tijd hadden voor de bus naar Groesbeek kwam. In de bus stapten drie Pieterpaddames in, wat allemaal niet erg vlot ging.

In Groesbeek zijn we een halte eerder uitgestapt, zodat we rustig op gang konden komen. Als we tegelijk met andere wandelaars uitstappen, beginnen we net iets te snel om ze kwijt te raken, waardoor je last van je spieren krijgt. Nu konden we rustig ons tempo opbouwen en ze langzaam inhalen. Dat inhalen gebeurde wel vrij spoedig. Na een minuut of vijf gingen we bij de molen naar rechts. Wij staken snel over naar de andere kant van de weg, waardoor we ze makkelijk voorbij konden gaan. We hebben ze daarna vanaf een heuvel nog 1 keer in de verte gezien. We liepen door en stukje bos en kwamen uit bij akkers. Langs een aspergeveld liepen we verder en zagen het volgende Pieterpadstel lopen. Twee vrouwen, die we snel hebben gepasseerd. Ze liepen trouwens heel gezellig 20 meter achter elkaar.

We kwamen weer een bos in, met een paar vijvertjes op verschillende hoogtes, heel leuk Waar de vijvers overgingen in een beekje zagen we meerdere kikkers en padden, waarbij ook een aantal parende kikkers. Iets verderop stapte ik bijna op een kikker, die suf midden op het pad zat.

Na de 1e acht kilometer, voornamelijk boswegen, kwamen we op een grensweg, asfalt, met aan onze linkerkant het Duitse Reichswald, waar nog edelherten voorkomen, en aan onze rechterkant de Nederlandse akkers. Na twee kilometer grensweg ging de route naar rechts, de Hondsiepsebaan op. Dit was een 4 kilometer lange, saaie polderweg. Halverwege zagen we een bankje met tafel, waar we blij even gingen zitten. Het was de hele ochtend al aan het miezeren, op zich wel lekker verkoelend, maar als je dan even op een bankje in de open polder zit voel je gelijk een koud briesje op je bezwete lichaam.

Na een korte pauze gingen we verder richting Gennep, wat we gelukkig vrij snel bereikten. Eindpunt van de etappe (14,4 kilometer), maar vandaag liepen we twee etappes, in totaal zo’n 32 kilometer. We waren voor ons gevoel ook nog maar net begonnen en we hadden zin in meer kilometers. Het dorpje Gennep had een leuke winkelstraat, en leuke pandjes tussendoor. Via de markt (viskraam, kaasboer, bakker en bloemist) liepen we het centrumpje weer uit en gingen door een woonwijk het bos in. We waren best toe aan een lange pauze, maar het duurde nog wel even voor we op de daarvoor bedachte plek zouden arriveren. Dat had ik van te voren al ingeschat en had dus een plek bedacht voor een extra, korte pauze. De picknickbank en tafel die we passeerden, en welke wel eens de bedachte pitstop-plaats zou kunnen zijn, liepen we voorbij. Iets verderop gingen we het bos in. Gelukkig letten we op, want voor het pad dat wij in moesten stond een vrachtwagen. Je zou er toch zo voorbij lopen… We hebben daar onze pauze gehouden, op de slagboom aan het begin van het pad.

Na nog een half uurtje lopen kwamen we op onze echte pauzeplek. We hadden een prachtig plekje; bovenop een heuvel, onder de takken van een prachtige oude eik, met uitzicht over heide en plassen, geiten en ganzen. We hebben er een uur gezeten, zo lekker was het. Ook de temperatuur was nog steeds aangenaam. Heerlijk om niet na vijf minuten al bevroren handen te hebben!

De tocht ging verder naar Afferden, waar we met het pontje over staken. Dit pontje ging inderdaad alsmaar heen en weer, echt een verbinding van een doorgaande route, terwijl het pontje van Millingen, de Heen-en-Weer, echt een voetgangers- en fietserspontje was, en dus veel minder vaak overvaart. Aan de overkant hadden we ’s ochtends met de auto gestaan. We hadden verwacht dat de laatste vijf kilometer naar Vierlingsbeek asfalt zou zijn, maar het was vrijwel volledig onverhard! Dat was een heel prettige meevaller, wat de laatste loodjes een stuk aangenamer maakte.

We liepen langs weilanden en akkers, omheind met pas gemaakte “vlechtheggen”. De struikjes worden dan bijna volledig door gehakt en schuin gelegd. Zo krijg je uiteindelijk en ondoordringbare heg, die doorgroeit omdat via de bast nog genoeg voedingsstoffen door de struik opgenomen kunnen worden.

Om tien voor half vijf waren we bij ons eindpunt. In Vierlingsbeek was weinig te happen, dus zijn we met de auto naar Boxmeer gegaan. Daar koste het ons ook nog aardig wat moeite om een leuk eettenje te vinden. Toen we bij een overdekt winkelcentrum een terrasje zagen gingen we even kijken. We liepen er naar toe maar draaiden ons al snel om; ongezellig, te veel lawaai (echo) en te warm. Wegwezen hier. Ja, mooi niet dus, de schuifdeuren gingen niet meer open. Een dame op haar fiets zag ons en fietste buiten voor de sensor langs, maar de deuren gingen niet open. Er kwam een man aangelopen die ook naar buiten wilde. Gezamenlijk verbaasden we ons. We keerden ons om om hulp te gaan zoeken bij de toko met het terrasje. Er kwam een gozer aangelopen die ook naar buiten wilde. Op ons advies draaide ook hij om. In het zaakje wezen ze ons de weg naar een deur die wel open zou gaan. We vonden de deur, maar ook deze zat potdicht. Remco ontdekte uiteindelijk een knop, ergens bovenaan de muur, en inderdaad, de deur ging open. We ademden de frisse lucht in en liepen weer naar de winkelstraat.

De snackbar liepen we voorbij, we gaven de hoop op een leuke tent al bijna op toen we een eetcafé zagen, druk, gezellig en met een leuke kaart. Daar zijn we heerlijk gaan zitten bijkomen van de dag, waarna we redelijk uitgerust en met een gevulde maag weer op naar huis gingen.

 

 

Zaterdag 2 april 2005 Het lijkt wel zomer

Vierlingsbeek – Grubbenvorst, 34 km

Zonnig, ± 20°C

 

Het openbaar vervoer voor deze en de volgende etappe rijdt in deze streken zo weinig dat we op zondag geen verbinding kunnen krijgen. We zijn dus aangewezen op zaterdag of door de week. Gelukkig (…) heeft Remco een hamstringblessure opgelopen met voetbal waardoor hij (wat erg…) vandaag niet kon spelen. Gewoon lopen geeft echter geen problemen, dus dat kwam goed uit. We vertrokken vanmorgen om iets over half zeven naar het noorden van Limburg. Het had aan de grond iets gevroren, maar het zou een heerlijk zonnige dag gaan worden, dus we hadden onze jassen thuis gelaten. De zon kwam langzaam op aan een onbewolkte hemel. Het zag er veelbelovend uit.

Zonder problemen vonden we de bushalte in Grubbenvorst en parkeerden de auto iets terug, vlak bij de route. De bus zou om 8.35 uur komen, nog 25 minuten in het zonnetje wachten, terwijl aan de overkant van het straatje een fazant ons gezelschap hield. Om tien over half negen was de bus er nog niet. Iets daarvoor hadden we een kort praatje gemaakt met een man die drie hondjes aan het uitlaten was. Hij vroeg of de bus wel zou komen, want in het weekeind reed er niet zoveel. Nu de bus ruim vijf minuten te laat was begonnen we ons dus lichtelijk zorgen te maken. Maar om kwart voor tien, tien minuten te laat, kwam vanaf de andere kant, in plaats van en bus een taxibusje en konden we toch instappen. De man met de hondjes zwaaide ons vriendelijk na. Het busje werd bestuurd door een jonge meid, die volgens mij niet eens gedag zei. Ze had blijkbaar nog nooit van Venray, het eindpunt van het busje, gehoord en wilde van ons weten hoeveel strippen dat dan waren. De vier overgebleven strippen op de voorkant vergat ze ook nog, dus daar heb ik haar maar even op gewezen. Voorin zat een mevrouw, met wie ze het gesprek weer voort zette. Toen deze dame uit stapte was het stil in de auto, op een storende radio na. Gelukkig was er onderweg genoeg te zien. We gingen door allemaal dorpjes (Lottum, Swolgen, Tienray, Meerlo, Blitterswijck en Wanssum) naar Venlo, om daar met de trein naar Vierlingsbeek te gaan. We waren net op tijd voor de trein, die behoorlijk vol zat. We konden er op het eerste station al uit.

Na 1 ½ kilometer inlopen kwamen we weer op de route. Al snel bleek dat we niet de enige (lange-afstand) wandelaars waren. De eerste vijf kilometers gingen door een stukje bos en langs akkers, die licht glooiden. We kwamen door het gehucht Holthees, en vlak daarna langs het eerste Limburgse kapelletje. Kort daarna kwamen we bij het kapelletje van Smakt, de St.- Jozefkapel uit 1699, een bekend en druk bezocht pelgrimsoord. Wij zijn er voorbij gelopen, daarmee een stel wandelaars inhalend. Over een paadje langs de spoorlijn lieten we Smakt achter ons.

De volgende 5 ½ kilometer voerde ons door bos naar landgoed Geysteren. We liepen door een mooi bos en kwamen langs de St. Willibrorduskapel uit 1543. Er stond een grenspaal van Noord-Brabant met Limburg, en een waterput van voor 550! In de stenen van het kapelletje waren allerlei namen en tekens gekerft, door bedevaartgangers en simpele voorbijgangers zoals wij. Het was heel bijzonder, zo’n heel klein kapelletje, midden in een rustig bos vol fluitende vogels en bovendien op een zessprong gelegen. We hebben er onze eerste tien-minuten-pauze ingelast. Iets verderop werd het naast het pad drassiger en kruisten we een beekje. Op de rand van bos en akkerland liepen we met een boog om Geysteren heen, waarmee we aan de volgende 7 kilometer begonnen. Al snel liepen we Wanssum binnen, en liepen er ook net zo snel weer uit. Langs weilanden en sportvelden kwamen we steeds dichter bij onze volgende korte pauze. Iets van de route af zagen we een bankje staan, leeg, en aan de beek (Grote Molenbeek). Precies bij een stroomversnelling, erg leuk. Langs nog meer water liepen we verder naar Meerlo, net zo’n dorpje als al die dorpjes waar we vandaag met de bus doorheen waren gekomen. Ook deze 7 kilometer hadden we gehad.

 

 

Nu kwam een stuk van 3 ½ kilometer. Op richting de grote pauze. Dit stuk was asfalt tussen de akkers door, heerlijk in de zon. Het asfalt was niet zo erg aangezien asfalt en onverharde paden elkaar vandaag lekker afwisselden. Swolgen, het volgende dorp, naderde snel. Officieel eindpunt van de etappe, maar 21 kilometer is niet zo heel veel, en aangezien het openbaar vervoer in dit gebied niet echt meewerkt willen we er zo snel mogelijk doorheen. Het eerstvolgende dorp was Grubbenvorst, 12 ½ kilometer verderop. Een beetje ver, maar dat redden we gelukkig wel.

Verder met de volgende 6 kilometer. Net buiten het dorp vlogen twee kwartels op. Iets na Swolgen hebben we bij een bankje onze pijpen afgeritst (Remco liep al een tijdje met halve pijpen), ik shirt met mouwtjes uit getrokken zodat ik alleen nog een shirtje zonder mouwen aanhad, een nieuw flesje drinken gepakt en weer verder gegaan. Het bos waar we door heen liepen was drassig tot heel nat, met opeens een klein heideveldje en daarna weer veel water. Via een knuppelbruggetje liepen we over een moerasachtige plas met veel bomen er in.

Om kwart over twee kwamen we langs een weilandje, midden in het bos. Niet nat, ook al stond er heel veel bies tussen het gras. Het lag heerlijk in de zon, dus DE plek om ons kleed neer te leggen voor een uitgebreide, relaxte pauze. Beetje lezen, broodje met makreel (uit blik) en komkommer, drankje erbij, het zonnetje op je bolletje, wat wilden we nog meer? Het leek wel zomer in plaats van april!

Na een kleine 1 ½ uur waren we klaar om verder te gaan. Nog zo’n 8 kilometer en we zouden bij onze auto in Grubbenvorst zijn. Toch is het wel raar dat je aan de ene kant zin hebt in pauze, of het eindpunt, maar dat je het toch ook wel erg lekker en leuk vindt om te lopen. Het is zo ontspannen en je ziet veel.

 

 

Vrijdag 22 april 2005 De Daltons

Grubbenvorst – Belfeld, ± 20 km

20°C zonnig

 

Vandaag was Remco jarig (31!), en dat vierden we met een lang weekeind in Noord-Limburg. We hadden voor een stacaravan op een camping in Belfeld gekozen, De Eekhoorn. Deze caravan hadden we een week geleden besproken en pas daarna kwamen we er achter dat deze vlak langs het Pieterpad ligt. Het openbaar vervoer maakte de dagplanning niet makkelijk en uiteindelijk kwam ik op het idee om de auto in St. Odiliënberg neer te zetten, het eindpunt van morgen, en dan met het openbaar vervoer naar Grubbenvorst te gaan. Dan konden we van Grubbenvorst naar het huisje lopen, en morgen van het huisje naar de auto.

Dus nadat Cor vanmorgen het cadeautje voor Remco was komen brengen gingen we om kwart voor tien weg. We hadden met de camping gebeld of we onze spullen eerder in de caravan mochten zetten en dat was gelukkig geen probleem. Om kwart voor twaalf deden we de deur van de caravan open, gooiden de spullen er in, wat drinken, even piesen en wegwezen weer.

We waren op tijd in Odilienberg, vonden de straat waar de bushalte moest zijn ook op tijd, maar de haltes waren weg! In verband met werkzaamheden… een buurtbewoner vertelde dat we dan naar Melick konden lopen, 2 kilometer verderop. Dat deden we dan dus maar. Zo’n 500 meter voor de halte kwam de bus voorbij, op een punt waar we hem niet konden laten stoppen, en te ver weg van de halte om hem op ons te laten wachten. Dat kostte ons een half uur… We waren precies op tijd in Roermond om de trein naar Venlo te nemen, en hadden in Venlo nog 20 minuten over voor de bus naar Grubbenvorst kwam.

We waren blij toen we om vijf over drie eindelijk konden gaan lopen! Zo laat waren we nog nooit begonnen. We liepen Grubbenvorst uit, richting het pontje over de Maas naar Velden. Langs de Maas, en om Velden heen, liepen we over een akkerweg. Aan het eind van het pad kwamen we bij een tussendoorpaadje met het straatnaambord Pieterpad. Over een polderweg gingen we verder naar Genooi. We kwamen langs een huisje waar ze aan de overkant van de weg twee bankjes en een tafel hadden neer gezet, een prullenbakje er bij, een pot geraniums op tafel en een boekje voor Pieterpadders en andere genieters, om iets in op te schrijven. Erg leuk weer.

De zon scheen, het was lekker warm. Vlak voor Venlo, na ongeveer zes kilometer lopen, hebben we op een bankje langs de Maas een kleine pauze ingelast. De tocht door Venlo ging soepeler dan verwacht, met weinig asfalt. Het winkelstraatje was bezaaid met gezellige terrasjes. Erg uitnodigend, maar we moesten verder, helaas… In het park hebben we een patatje gescoord bij een patatkraam, welke we, al rustig verder lopend, hebben opgegeten. Buiten Venlo gekomen gingen we gelijk het bos in. We kwamen langs een zandafgraving, met watertjes en een bankje. Een mooie plek dus voor een iets langere pauze. Vanaf het bankje zagen we in de verte oeverzwaluwen, met allemaal nesten in één van de wanden. Na de rust zijn we er even naar toe gelopen. Je kon er vlak onder staan. Het was zo mooi om te zien hoe ze af en aan vlogen.

We kwamen in een bos een heel leuk, klein eekhoorntje tegen, die ik net niet op de foto kreeg (twee seconden te laat…). Na de pauze waren we al snel in Tegelen. Voor de dorpsgrens kwamen we dan ook langs een tegelfabriek. Intussen hadden we zo’n 17 kilometer gelopen, nog een stuk of drie door het bos te gaan. Over heerlijke bospaden liepen we door een leuk bos met veel omgevallen bomen, ook over het pad. We liepen langs de grens van Nederland en Duitsland, bijna bij ‘onze’ camping.

Om half acht waren we thuis, en tijdens het schrijven, buiten op het terrasje, hebben we kennis gemaakt met de vier jonge daltons, onze buurtjes. We horen net hun vader zeggen dat ze nog drie rondjes om (onze) caravan heen mogen rennen. Volgens ons in de leeftijd van 2,3,4 en 5. Ze zijn de hele tijd aan het lachen. Gelukkig zijn het leuke, vrolijke mannetjes. Tikje druk, maar wel leuk.

Morgen gaan we voor 30 Pieterpadkilometers.

 

 

Zaterdag 23 april 2005 Picknick onder de bloesem

Belfeld – St. Odilienberg, ± 30 km

20°C, heel zonnig

 

Na een heerlijke nachtrust werd ik om iets voor half zeven wakker Een half uurtje later dan de bedoeling was, en Remco was vergeten om de wekker aan te zetten. De schade viel gelukkig wel mee, en om iets over half acht gingen we bij het huisje weg. Geen openbaar vervoer deze keer, maar heel ontspannen gelijk het bos in. Al snel liepen we weer op het Pieterpad, net aan de duitse kant van de grens. We liepen hoog, en konden tussen de bomen door ver Nederland in kijken. Op een aantal akkers waren ze al asperges aan het steken. We hadden op de Pieterpad-internetsite verschillende keren gelezen dat de route door het bos saai was. Ruim 10 kilometer liep je door hetzelfde soort, duitse bos. Als alternatief had iemand geopperd om niet het bos weer in te gaan, maar om rechtdoor de Prinsendijk een paar kilometer te volgen. Dan liep je, op Nederlands grondgebied, op de grens van bos en akkers. Het was wel een stukje asfalt, maar niet het hele stuk. We hebben voor de akkers gekozen om dat daar meer afwisseling in zit. We zijn blij dat we het hebben gedaan, want ze waren daar bezig een natuurgebied te maken. Er waren grote plassen gemaakt en er liepen runderen rond. Een klein stukje na het natuurgebied zijn we het bos weer in gegaan, het Pieterpad weer op.

We hadden gelijk een lekker klimmetje een berg op. Na nog een kilometer of vier door het bos gelopen te hebben kwamen we bij een prachtig pauzeplekje langs het riviertje de Swalm, vlak voor Swalmen. In de bocht van het riviertje, aan de voet van de bomen, konden we even lekker bij komen van de 13 kilometer die we er al op hadden zitten. Toen we verder gingen moesten we een bruggetje over die volledig werd versperd door een stuk of 15 Pieterpatters. Ze waren zo druk aan het kakelen dat ik uiteindelijk luid roepend de doorgang moest vragen. We liepen buiten het dorp om, weer een bos in, langs de rand van Boukoul. De route ging verder door een bos met een moerassig gedeelte.

Al snel waren we bij de rand van Roermond. We waren half aan pauze toe, maar wilden toch eerst de 9 kilometer door de stad afleggen. Met een kleine omweg i.v.m. werkzaamheden kwamen we aardig moe langs het station. We moesten nog een paar zware kilometers asfalt lopen om weer uit de stad te komen. De vele gezellige terrasjes onderweg waren weer erg aantrekkelijk, maar we hebben ze weerstaan. Verderop moesten we nog door een gebied waar ze bezig waren met de aanleg van de nieuwe rijksweg R73. Een grote vlakte, zonde van alle natuur…

We waren intussen heel erg moe, we hadden immers 25 kilometer in de benen. We kozen voor een plekje bij een kersenboomgaard, iets van het Pieterpad af. In de half-schaduw van de bomen genoten we van de rust, het heerlijke weer en het gezoem van alle bijtjes en hommels bij de bloesems boven ons hoofd. Na een uurtje werd het weer tijd om verder te gaan, op weg naar St. Odiliënberg en de auto. Over een veldweg liepen we naar een boerderij, waar we over het erf verder konden. Na nog wat landwegen kwamen we bij de prachtige basiliek van St. Odiliënberg, waar de auto aan de andere kant op ons stond te wachten. Nog even en we hadden er weer een Pieterpaddag op zitten. Bij de auto, kwart voor drie, hebben we de rugzakken in de auto gegooid en onze warme schoenen en sokken voor luchtige slippers verwisseld. We hebben nog een paar foto’s van de basiliek genomen en zijn daarna naar Roermond gereden om een patatje te halen. In Swalmen hebben we nog wat boodschappen gehaald en vlak bij onze camping reden we langs die grote groep kakelende Pieterpatters van vanmorgen. Nu zitten we lekker op ons terrasje met een aangenaam koud biertje. Het lijkt wel echt vakantie!

 

 

Zondag 24 april 2005 Een echte Pieterpatter

St. Odilienberg – Susteren, ± 22 km

22°C, zonnig met af en toe een wolkje

 

Om kwart voor negen reden we vanmorgen weg. Met een grote omweg (de borden bij Roermond lieten ons in de steek) kwamen we tog noch ruimschoots op tijd aan bij station Susteren. Volgens de info van de openbaarvervoer-site moesten we met de trein naar Sittard en daar overstappen op een trein naar Roermond. Op Susteren bleek echter dat we ook rechtstreeks met de stoptrein naar Roermond konden met alleen Peij als tussenstation. Dat hebben we gedaan, en het was nog goedkoper ook! Terwijl we op station Susteren wachtten op de trein zagen we heel veel Pieterpatters of andere wandelaars voorbij komen.

In Roermond hadden we nog een half uur voor de bus naar St. Odilienberg kwam, dus hebben we daar een kaas c.q. sausijzenbroodje gehaald. De bus die kwam was een taxibus voor 12 personen. Het was een heel vriendelijke chauffeur, en in St. Odilienberg zette hij ons af op een punt waar we makkelijk naar het Pieterpad konden lopen. Het was geen officiele halte, maar aangezien het hele dorp open lag i.v.m. werkzaamheden wilde hij ons graag op weg helpen.

Om kwart voor twaalf bevonden we ons weer op de route. We liepen vrijwel meteen het bos in, prettig voor onze, na twee dagen lopen, toch wel vermoeide voetjes. Na een klein uurtje lopen kwamen we een andere Pieterpatter tegen. Hij liep in zijn eentje en was een jaar of zestig. Het was een halfe Ier ofzo. Hij sprak ons vrolijk aan en vertelde dat hij 2 weken geleden was vertrokken uit Pieterburen, en intussen al op de terugweg was! Hij liep gemiddeld 50 kilometer per dag. Hij was ook een keer twee uur verdwaald geweest in een bos en had die dag uiteindelijk 70 kilometer gelopen! Dat is echt heel veel! Op zijn wandelstok had hij geschreven van waar tot waar hij elke dag had gelopen, met de afstanden erbij. Hij droeg een flinke rugzak op zijn rug, terwijl hij net zo groot was als ik. Hij vond het zwaar maar wel leuk. Hij liep altijd al wel, maar een vriend van hem had gezegd dat je geen echte wandelaar bent als je het Pieterpad niet hebt gelopen. Onzin natuurlijk maar nu zou hij hem laten zien dat ie zeker een echte wandelaar is. Hij deelde zijn laatste boterbabbelaars met ons en daarna keerden we elkaar onze rug toe, verder naar ons einddoel. Al snel kwamen we bij Montfort en volgde er een stuk met redelijk veel asfalt. Op een bruggetje over een beekje, een stuk na Montfort, zijn we even gaan zitten voor een korte rust. Remco kon zijn voeten even verzorgen, wat na alle kilometers van dit weekeind wel nodig was.

Vol goede zin gingen we weer verder, over een grindweg tussen de akkers door. De zon was meer dan voldoende aanwezig om het ons behoorlijk warm te laten krijgen, en we voelden dat we bruiner (of roder) kleurden. We hadden zo’n tien kilometer in de benen en wilden weer een korte pauze om ons op te laden voor het volgende stuk. Een eindje voor het dorp Peij kwamen we een mooi bankje met tafel tegen, waar we moe neer zegen. We hebben allebei onze voeten met liefde verzorgd, een kwarkdrankje genuttigd en even bij gekomen. Op voor de volgende 6 kilometer, op naar Peij, de spoorlijn en daarna onze welverdiende, lange pauze. Het dorpje Peij kruisten we aan de rand van het dorp en gingen weer verder tussen de akkers door. We hadden intussen al veel zandpaden bewandeld en voelden ons flink stoffig. We kwamen door het buurtschap Slek (helaas geen plaatsnaambordje) en liepen verder richting de spoorlijn, waarna we op zoek zouden gaan naar een pauzeplek.

Door de vermoeidheid leek alles langer te duren en verder te zijn, maar we vonden een klein plekje langs een beekje. We hadden wat last van grote bosmieren, maar echt vervelend waren ze niet. Het beekje lag wat dieper dan het omringende land, dus je zag er niet zoveel van als je zat, maar we zaten zo lekker dat dat echt niet erg was. Onderweg waren we veel minder Pieterpatters tegen gekomen dan we vanmorgen, op het station in Susteren, hadden verwacht. Ook hier liepen ze niet voorbij, maar wel wat wandelaars uit de buurt. Een oud echtpaar kwam voorbij en het vrouwtje zei dat we konden zwemmen, dat had zij vroeger ook gedaan. Ik vroeg of het water toen dan hoger stond, want nu zou je misschien net met je grote teen kunnen zwemmen. Ze antwoordde dat ze dan een dammetje maakten, maar tegen de tijd dat die af was en het water hoog genoeg stond om te kunnen zwemmen, werden ze geroepen dat ze thuis moesten komen om te eten.

Hierna genoten we nog even van de rust en begonnen ons langzaam weer klaar te maken om verder te gaan met de laatste 4 a 5 kilometer. Toen we bijna zo ver waren kwam er een echtpaar met een hond voorbij. Hij zei gedag en liep verder. Zij zei dat ze het Pieterpad ook altijd nog eens wilde doen. We raakten aan de praat en volgden intussen de route. Haar man (+hond) liep een stuk vooruit. Zij had 15 jaar de nijmeegse vierdaagse gelopen, maar omdat het echt filelopen is geworden heeft ze zich voor dit jaar niet ingeschreven. Dit jaar gaat ze met twee mede-wandelaars naar Oostenrijk om te lopen. Toen de route van het beekje af week scheidden onze wegen zich en liepen we samen weer verder, in een iets hoger tempo nu.

Langs de rand van Susteren werden we met een grote boog door het bos omgeleid naar station Susteren. We waren erg moe, onze voeten deden zeer, en de weg duurde lang. Op de voormalig onverharde weg was nu in het midden een fietspad aangelegd dus liepen we allebei aan de kanten van het fietspad, op de onverharde stroken. Om tien voor half zes kwamen we vandaag aardig uitgeput (en verkleurd) bij de auto aan.

 

 

Zaterdag 9 juli 2005 Weekeindje weg

Susteren – Schimmert, ± 25 km

’s ochtend dichte mist, later zonnig met stapelwolken, ± 23°C

 

Dit weekeind gaan we, als het goed is, het Pieterpad af maken. Daarom hebben we maar weer een stacaravan c.q. chaletje gehuurd, deze keer op camping Mareveld in Schimmert. Gistermiddag vertrokken we om half vier. en na een aantal kleine files en langzaam rijdend verkeer kwamen we in zuid-limburg. Bij de zoveelste file zijn we maar wat eerder van de snelweg afgegaan, bij afslag Susteren. We moesten toch nog kijken of we ergens stokbrood en olijfolie konden halen. Bij Sittard wilden we naar het centrum, maar die weg werd voor onze neus afgesloten! Dus probeerden we de volgende weg naar links, met als gevolg dat we een kwartier door een nieuwbouwwijk hebben rond gereden om daarna weer op hetzelfde punt uit te komen. We zijn door gegaan naar Geleen en vonden er een AH. Het stokbrood was op maar ze hadden nog wel een ander brood dat er lekker uit zag.

Rond half zeven kwamen we bij de camping aan, waar we via een verlaten receptie een uitgestorven restaurant binnen liepen. In de keuken vonden we leven; we werden ingeschreven (we moesten contant betalen want ze hebben geen pin, we hadden daar niet op gerekend en dus hadden we ook niet genoeg geld bij ons) en kregen de sleutel. Jammer genoeg zit er geen vriezertje in de koelkast van het huisje en kunnen we onze koelblokken dus niet gebruiken, maar er staan wel heerlijke banken en ook het bed is goed.

Vanmorgen reden we om kwart over zeven naar Maastricht. Het was behoorlijk mistig, we konden niet hard rijden. Bij Maastricht gaven de borden alleen maar wijknummers aan dus waren we te laat bij het station om de eerste trein naar Susteren te halen. We besloten op zoek te gaan naar een parkeerplek langs het Pieterpad, tussen de Pietersberg en het station, zodat we de volgende dag twee kilometer minder hoefden te lopen. Uiteindelijk vonden we zo’n plekje. Om tien over acht lieten we de auto achter en binnen een half uur waren we bij het station. Nog even prutsen met de kaartjesautomaat, onze passen deden het niet, de automaat was stuk. We stonden nog maar net op het perron of de trein kwam al aan gereden.

Na een half uurtje, om tien over negen, stapten we samen met vijf kakelende Pieterpadvrouwen de trein uit. We gaven de dames een kleine voorsprong maar haalden ze al heel snel weer in. Binnen twee kilometer hadden we het al zo warm dat we onze lange mouwen uit deden. We kwamen langs Nieuwstadt en staken even later de toekomstige rijksweg R73 over. Hier was alles al geasfalteerd. Hoe lang het Pieterpad nog via deze route loopt is de vraag.

Via het Limbrichterbos en Limbricht liepen we Sittard binnen. We zijn even van de route afgeweken om een pin automaat te zoeken zodat we vandaag de rest van de huur konden betalen. Rond elf uur liepen we de markt op waar we op het marktje zelf nog wat bolletjes voor morgen hebben gehaald. Hierna zijn we bij een eetcafe op het terrasje gaan zitten en hebben tosti’s besteld. Na een half uurtje gingen we weer verder, Sittard uit.

De zon was door gekomen dus intussen liep ik in mijn hemdje. Tot nu toe hadden we alleen maar verharde wegen gehad, maar nu liepen we eindelijk een veldweg op. We liepen tussen akkers met mais, koren, tarwe, bieten en aardappels. De zon brandde op ons hoofd. Na een aantal kilometer kwamen we door Windraak. Bij een soort boerderij stond een bankje, daarboven hing een bord met tekst “voor Pieterpadders en andere wandelaars”, naast het bankje hing een kastje met knopjes en daaronder een waterkraantje. De drie knoppen waar je uit kon kiezen stonden voor ‘platvoeten’, ‘dorst’ of ‘iets anders’ waarna je aan de zijkant op een knop kon drukken zodat er water uit het kraantje kwam. Grappig en lief. Het koele water over ons hoofd was trouwens erg lekker.

We kwamen aan in het dorp Puth en werden daar via de akkers weer vandaan geleid. Bij de Geleenbeek zijn we gestopt om onze pauze te houden. We konden kiezen uit een zon- of schaduwplekje en kozen voor de koele schaduw. Aan de andere kant van de beek stond een prachtige , grote jeneverbes. Na drie kwartier van de rust te hebben genoten, zowel lichamelijk als qua geluiden om ons heen, zijn we weer verder gegaan, de laatste kilometers naar huis. Iets verderop kwamen we langs een voormalige steengroeve, tegenwoordig een vuilstortplaats en schietterrein. Als de rode vlag was gehezen moesten we een andere route nemen. De vlag was niet gehezen, maar jammer genoeg werd er wel geschoten. Best wel eng af en toe. We gingen via een brug over de A76 en liepen weer tussen akkers door. Daar zijn we ergens zo’n tien minuten blijven staan om naar twee stuntende vliegtuigjes te kijken. Leuk om te zien. Het laatste stuk ging ook langs de akkers, met de zon pal boven ons. Het was warm.

Om vier uur waren we weer bij ons huisje, om daar heerlijk niets te doen. Nou ja, niets, eerst de tafel en stoelen schoon maken en daarna dit hele verhaal op schrijven…

De route had vandaag veel verharde paden maar het landschap was prachtig. Op de onverharde paden moesten we ons regelmatig een weg langs of door grote plassen en flinke stukken modder banen. Soms moesten we de kanten van de holle wegen op klimmen om op die manier de ergste stukken te overbruggen. We waren blij dat het droog was, want bij regen kom je de kant amper op of af omdat het dan veel te glad is.

Het weer viel aan alle kanten mee; het zou vandaag regenen maar de zon scheen! Het enige nadeel daarvan is dat je voor joker die regencapes mee sleept, maar daar klagen we niet over.

Morgen maken we het Pieterpad af. Raar hoor…

 

 

Zondag 10 juli 2005 De St. Pietersberg, eindpunt

Schimmert – St. Pietersberg, ± 23 km

’s ochtends heiig, later zonnig, ± 25°C

 

Vandaag, op onze laatste Pieterpaddag, stapten we rond vijf uur uit bed. De vogels gaven een prachtig concert en vol goede moed stapten we een uur daarna de camping af. Iets verderop pakten we het Pieterpad weer op waar we gisteren waren gebleven.

Rechts van ons zagen we de kerk van Schimmert in de mist. Tussen de akkers en boomgaarden (vol met appels en peren) door liepen we naar Groot Haasdal en vlak daarna gingen we door het Ravenbos naar Valkenburg. Een leuk klein beekje vergezelde ons een tijdje. Langs de rand van Valkenburg ging de route verder naar de Geul. We volgden een pad langs de Geul om een stuk verderop met een flinke klim bij Berg aan te komen. De route liep door naar Terblijt en leidde ons weer tussen de akkers door naar de Bemelerberg. Op een bankje tussen de akkers hebben we een korte pauze genomen. We kwamen de eerste mergelgedeelten tegen en kwamen langs een grot. Boven Bemelen langs volgden we een onverharde veldweg verder richting Maastricht.

We kwamen weer over een behoorlijk modderig pad, wat soms lastig liep maar wel erg leuk was. Al snel waren we bij de rand van Maastricht. We volgden de route door de stad en kwamen uit bij het station. Vanaf hier was het nog vier kilometer naar het eindpunt, waar halverwege onze auto geparkeerd stond. Bij de auto aangekomen hebben we onze rugzakken afgedaan en in de achterbak gegooid. Het laatste stukje omhoog werd hierdoor tenminste iets minder zwaar. We kwamen genoeg andere wandelaars tegen, waarschijnlijk veel Pieterpatters die net waren begonnen. Boven op, bij het eindpunt zat een vage gozer een joint te roken. Verder was er niemand. Het leek ons geen goed plan om die gozer te vragen een foto van ons te maken met onze camera, en aangezien het verder leeg was hebben we dus geen foto van ons op het eindpunt nu. Toen we weer beneden kwamen hebben we in het restaurantje heerlijk geluncht en zijn daarna in de auto gestapt. Dat was het, het Pieterpad. Niet te geloven dat we een jaar geleden in Pieterburen zijn begonnen en nu in Maastricht zijn beland. Ruim 490 kilometer gelopen.

 

Wat ben ik blij dat we een jaar geleden met het Pieterpad zijn begonnen! We hebben daarnaast ook nog het Utrechtpad gelopen, wat losse wandelingen en zijn al begonnen met het Trekvogelpad. We genieten van het actief buiten zijn en de dingen die we zien, ruiken, horen en ervaren. Drenthe vond ik eigenlijk het mooiste gedeelte van het Pieterpad. Zuid-limburg is ook niet verkeerd, maar ik geloof dat mijn voorkeur bij Drenthe ligt. Wat we de laatste etappes hebben gedaan, een weekeind iets huren om te overnachten, is ons goed bevallen. Het is heel ontspannen. De wereldreizen die we met het openbaar vervoer hebben gemaakt waren leuk, we hebben enorm veel gezien. De leuke verrassinkjes onderweg, zoals een logboek wat iemand heeft neergelegd, of zo’n waterkraantje, een kraampje met snoep, drinken en andere dingen op een boerenerf, een bankje speciaal voor wandelaars, dat is erg leuk. Dan blijkt maar weer dat er ook nog leuke mensen op de wereld zijn.

Ik zal het enorm missen om geen Pieterpatter meer te zijn, de andere paden hebben toch een ander gevoel. Toch ben ik blij dat we het Pieterpad hebben afgerond omdat het heel speciaal is om je te realiseren dat je helemaal van bovenin Nederland naar helemaal beneden in Nederland bent gelopen. Gelopen! We gaan nog veel meer lopen, en gelukkig zijn er genoeg lange-afstandspaden. We zullen voorlopig niet te kort komen in ieder geval.

Dag prachtig mooi Pieterpad.