HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Pelgrimspad

FOTO'S

 

Maandag 13 april 2009 (2e Paasdag) Een heilige dag!

Thorn – Weert, ± 28,5 km

Eerst heiig, later wat meer zon, 9 – 19°C

 

Ooooo, wat was het vroeg toen vanmorgen de wekker ging… Na een gezellige eerste Paasdag (we waren druk geweest voor Paasbrunch – met champagne) viel het zwaar tegen om wakker te worden. Een veelbelovende wandeling en dag lagen echter voor ons, we moesten er uit! Nadat we broodjes hadden afgebakken en belegd, ons hadden aangekleed en de tassen waren ingepakt stapten we om 5.45 uur in de auto. In het donker lieten we de nog slapende buurt achter ons. Het was mistig maar gelukkig hadden we nog aardig wat zicht en was de snelweg bijna uitgestorven. Tussen Vught en Boxtel zagen we 4 reetjes in het mistige land. Op de radio konden we genieten van ene Mark, een vrachtwagenchauffeur uit Tiel, die ’s ochtends naar Duitsland was gereden om daar een lading op te halen. In Duitsland aangekomen was hij er achter gekomen dat het 2e Paasdag was en hij pas de volgende dag in Duitsland hoefde te zijn! Ha, ha, wat een kluns! Zijn excuus: “Ja, maar niemand had het met verteld!”

Na ruim 1,5 uur rijden kwamen we om 7.20 uur aan in Tungelroy. We parkeerden de auto (eerst aan het ‘eind’ van het dorp, maar bij nader inzien bleek dat we aan het begin van het dorp moesten parkeren. We wilden namelijk eerst een stuk lopen om daarna in Weert de bus te pakken, maar dan moesten we wel op tijd bij de bushalte zijn die zo’n 2 uur lopen verder lag. Omdat je nooit weet wat je tegenkomt had ik wel een speling ingebouwd, maar als we aan het eind van Tungelroy zouden parkeren moesten we een paar kilometer meer lopen, zo’n 20 minuten. We kozen voor de zekerheid van een paar kilometer minder en dus wat meer tijd.

We waren nog maar een paar meter bij de auto vandaan, die aan de rand van het dorp stond geparkeerd, toen ik opeens 2 vogels langs een akker zag lopen. Patrijzen??? Nadere bestudering door zowel Remco als mij wees uit dat het inderdaad patrijzen moesten zijn, toch leuk om de dag mee te beginnen! Direct na de bebouwde kom van Tungelroy kwamen we langs een aspergeveld. Het water liep in mijn mond: asperges!!! Vers van het land, dat is wat een mens wil. Toch?! Maar helaas, 2e Paasdag, ’s ochtend vroeg, weinig kans op verse asperges.

Langs een paar akkers en een boomrand liepen we door het mistige landschap en hoorden in de verte een fazant. De route leidde ons een bosje in waar tijdens de 2e wereldoorlog een barakkenkamp werd gebouwd. Dit kamp werd bekend als het ‘Ambonezenkamp’ omdat er gerepatrieerde KNIL-militairen werden onder gebracht. Eind jaren zestig zijn de laatste families weg getrokken en neemt de natuur de bebouwing over. Langs het pad waar we liepen waren de resten van het kamp in ieder geval nog nauwelijks zichtbaar. In het gebied waar we liepen waren hoger gelegen wallen te zien, een soort van stuifduinen ( de Tungerwallen). Door het deels zanderige gebied liepen we verder langs akkers en bos, begeleid door de voorjaarsgezangen van diverse vogels. Volgens de routebeschrijving moesten we langs een “nieuwe schuur” komen. Rechts van ons zagen we een schuur die bestond uit een paar palen en een dak, links zagen we een schuur met muren en zonder dak. Hmmm, bouwpakket niet gelukt?

Via een zandpad kwamen we uit op een asfaltweg. Hier stond een bordje dat we vlak bij de “oudst op de kaart vermelde boerderij in Altweerderheide” stonden, tussen 1802 en 1807 gemaakt. We zagen wel een oude boerderij maar deze zag er nou niet echt spectaculair oud uit. Het wegkruis naast het bord, met een opgehangen Jezus, maakte meer indruk. En dat terwijl we niet gelovig zijn. Maar… het was wel 2e Paasdag!

We kwamen langs een plas, vermoedelijk ontstaan door grondontginning/zandafgraving. Het zag er een beetje rommelig uit maar toch ook heel mooi en verstild. Het water had een groenige kleur. Ietsje verderop zagen we in het riet twee Grauwe Ganzen met 5 pulletjes (jonge gansjes).

Langs bossen en akkers kwamen we steeds dichter in de buurt van Weert; na een camping kwamen we langs een hertenkamp (waar we een eekhoorntje zagen en daarna bijna de route kwijt raakten). We kwamen uit bij de plas “IJzeren Man” waar we even een blik op wierpen. Toen we terug naar de route gingen zag ik een vogeltje in de bomen dat mijn aandacht trok. Remco keek ook en zei: “Een kleine bonte specht?”. Dat was dus precies wat ik ook had gedacht. Nadere bestudering thuis leerde ons dat in het gebied waar we liepen zowel de kleine als de middelste bonte specht hier voor komen. Omdat we niet duidelijk hebben kunnen zien om welke specht het nu precies ging besloten we om het maar op de (algemenere) kleine bonte specht te houden.  Het maakte niet uit of we de middelste of de kleine bonte specht hadden gezien, we waren blij. Afgezien daarvan waren we ook al bijna bij de bushalte, nog meer reden voor een goed gevoel. Een paar eekhoorntjes sprongen van tak naar tak, van boom naar boom, we konden ze mooi bekijken. Na dit lolletje keken we eerst even waar de bushalte was waar we met een half uurtje de bus zouden moeten pakken. Nadat we wisten waar we moesten zijn liepen we weer terug naar de plek waar we de eekhoorntjes hadden gezien en namen daar plaats op een bankje. We konden hier wat afkoelen van de afgelopen twee wandeluren en een broodje eten, terwijl we ook genoeg te zien en te horen hadden door eekhoorns en vogeltjes. Na deze onderbreking liepen we naar de bushalte en wachtten geduldig tot de bus zou komen. Rond 10.06 uur kwam de bus langs en stapten we in. Bij Weert NS stapten we weer uit om een klein kwartier later in de bus naar Thorn te stappen. De buschauffeur die ons naar Thorn zou brengen kreeg precies voor ons te maken met een meisje die ergens bij de Kwantum uit moest stappen. Het was alleen wel een heel eind lopen vanaf de halte blijkbaar. De chauffeur zei dat ze het eerst eens bij het stadsbusje moest vragen, anders zou hij haar wel afzetten. Het stadsbusje bleek niet in de buurt te komen, ze stapte dus weer bij ons in de bus. De chauffeur zou haar laten zien waar ze later die dag weer op moest stappen en zette haar 5 minuten later af voor de Kwantum. Dat scheelde haar een aardig stuk lopen, terwijl er geen bushalte was. Zeer attent van de chauffeur! Onderweg zagen we in de dorpjes de mensen van de Gildes klaar staan in hun tenue, met bellen en toeters erbij. “De eerste dag van het naar buiten gaan”, zo heet dat volgens ons. Op de radio in de bus kwam een heel vrolijk nummer voorbij, uit de top 40 ofzo, met de titel “Fuck You”. Zoals gezegd een heel vrolijk klinkend nummer, maar wel met een ‘spraakmakende’ tekst. Gaat over het beleid van President Bush, kan het niet oneens zijn met de tekst…!!! Ik had me al afgevraagd of dit liedje aan zou blijven, of de chauffeur het in de gaten had, en precies voordat het bewuste refrein kwam zette hij de radio om naar een andere zender. Skye Radio wel te verstaan. Grappig detail is dat hier het nummer “Ayo Technology” van Milow werd gedraaid; een nummer met een veel viezere tekst dan “Fuck You”, alleen valt dat bijna niemand op… Want de muziek, het nummer, klinkt als liefde. Het ene klinkt dus alsof het over sex gaat en het andere liedje niet, maar het is net andersom!

Tijdens de busreis viel Remco trouwens bijna van zijn stoel omdat hij ging verzitten op het moment dat de bus een behoorlijke bocht nam. Ik lag in een deuk, het zag er zo grappig uit! Gelukkig kwam Remco niet op zijn kont in het gangpad van de bus terecht!

Om iets voor elf uur stapten we uit in Thorn. Hier moesten we even goed zoeken naar de route; op het kaartje leek het zo makkelijk, in de praktijk viel het best tegen. Toch vonden we zonder al te veel moeite de route, een klein stukje verderop. Op het punt dat we bij de route kwamen keken twee huiszwaluwtjes ons aan vanuit hun nestje.

We verlieten het dorp gelijk hierna over een landweg. Zo ben je in de bebouwde kom, zo ben loop je tussen akkers door, heerlijk! We kwamen langs een beekje met een daarachter liggend natuurgebied. Vanaf hier liepen we over een smal paadje tussen een afrastering en een hoge aarden wal door. Om ons heen floten de vogeltjes vrolijk. Even dachten we boven aan de wal een dassenburcht te zien, maar nadat Remco de helling was opgeklommen bleek dat het (helaas) niet te zijn.

Het was een erg leuk paadje waar we over liepen, mede door het landschap en de vele fluitende vogeltjes. Aan onze linkerhand liep een klein beekje, daarachter lag België, een grenspaal in de bosjes markeerde de grens. Zo dicht bij en toch zo ver weg… Gelukkig maar want in België verdwalen we altijd…

Aan het eind van het pad kwamen we uit op een iets breder bospad met aan onze rechterhand een sportveld. Aan het hek hing een mededeling/waarschuwing: er zat in de buurt van het pad een nest van een buizerd die (schijn) aanvallen kon doen op voorbijgangers. We hebben daar geen buizerd gezien of gehoord en het leek erop dat de waarschuwing van vorig jaar was. Misschien heeft de buizerd een rustigere plek voor het nest gevonden…

Toen we het bos verlieten kregen we zicht op het dorp Ittervoort, het land glooide waardoor het Limburg gevoel extra werd aangewakkerd. De temperatuur was intussen aardig gestegen, we hadden het warm. Bij een bushalte in Ittervoort trokken we een truitje uit waarna we iets koeler verder gingen. We liepen door en langs het dorp om al snel weer bij akkerlanden te komen. Met af en toe een prachtig aspergeveld er tussen… Hoe verleidelijk! Een enkele keer zagen we wel wat arbeiders tussen de asperges maar verder lag de productie plat. Jammer genoeg… Nergens kwamen we langs een punt waar we asperges konden kopen, en dat terwijl we maar wat graag 1 of 2 kilo extra in onze rugzakken wilden mee sjouwen.

In de verte zagen we het dorpje Hunsel liggen. De kerk stak mooi uit boven een wit boerderijtje met een wit bloeiende bloesemboom. Terwijl we over de asfaltweg naar de rand van het dorpje liepen werden we hartelijk ontvangen door het geluid van het carillon van de kerk; het was bijna 12.00 uur. Bij de kerk konden we een stempel van de parochie halen. Als je het Pelgrimspad helemaal naar Santiago de Compostella loopt kan je op bepaalde plaatsen langs de route deze stempels halen. Heb je alle stempels, dan krijg je een certificaat of zo, het is het bewijs dat je het hele Pelgrimspad hebt gelopen. We zijn even de kleine toegankelijke ruimte ingeslopen. Het was binnen koel en rustig. We keken even rond en gingen weer naar buiten. Toch bijzonder dat mensen helemaal naar Santiago de Compostella lopen! Ik zie het ons in ieder geval nog niet zo snel doen.

Iets verderop kwamen we langs het zoveelste kapelletje van vandaag waarna we al snel het dorpje verlieten. In een weiland liepen een paar schapen met kleine lammetjes, ze waren erg schattig! Over een zandweg liepen we weer tussen de akkers door richting het dorp Ell. Vlak voor de bebouwde kom van Ell kwamen we langs een aantal boomgaarden waar al aardig wat bomen in bloei stonden. Het blijft altijd een prachtig gezicht, zo’n overvloed aan witte bloesem. De eerste boerderijtjes waar we langs kwamen konden wel een opknapbeurt gebruiken… Eén boerderij was verlaten, in het dak zaten grote gaten en op het terrein stonden een paar oude caravans en andere troep. Veel meer hebben we niet van Ell gezien want we werden langs de rand van de bebouwde kom geleid. Over een smal paadje achter de bebouwing langs kwamen we al snel bij bos en visvijver Heijkersbroek. Het pad door een nat bos werd druk bezocht door verschillende soorten vlinders. Prachtige beestjes zijn het, ze willen alleen nooit stil blijven zitten voor een foto… Er is ook bijna nooit tijd genoeg om ze goed te kunnen bekijken… En dat terwijl ze zo mooi zijn! We weten in ieder geval zeker dat we een Dagpauwoog en Bonte Zandoogjes hebben zien vliegen. Een stukje verderop zag Remco een fel groen kevertje op zijn pad lopen. Nader onderzoek wees uit dat het een Groen Zandloopkevertje was. Nooit van gehoord, wel prachtig om te zien! We kwamen aan bij de visvijver en zochten naar een pauzeplekje; het was ongeveer half twee en over een paar kilometer zouden we bij de auto zijn, een mooie tijd dus om pauze te houden. Bij het eerste plekje waar we bij konden zag het water er een beetje goor uit, we besloten iets verderop te gaan kijken. En inderdaad, iets verderop kwamen we bij een beter plekje. We legden onze picknickkleden neer en pakten de spullen voor onze ‘picknick’. We zaten in de schaduw wat we niet heel erg vonden. We hadden het best warm gekregen tijdens het lopen want de zon prikte toch wel aardig door de mist heen. Terwijl wij genoten van de pauze (en hapjes + drankje natuurlijk) zaten een stukje verderop twee jongens te vissen. Het enige dat daar gebeurde was dat één van de jongens soms opstond maar meer actie was er niet. Totdat ze op een gegeven moment allebei opstonden en er iets naar de oever voer. Het leek een soort van op afstand bestuurbaar bootje. Remco vermoedt dat het een vislokmachine is die voer verspreidt. Het vaartuig werd op de kant gehesen, we wisten nog steeds niet wat het nou was. Een derde jongen kwam erbij, we konden de gesprekken vanaf nu bijna verstaan, de volumeknop was iets harder gezet… Gelukkig waren er ook een heleboel vogeltjes in de bomen om ons heen die naar hartenlust hun lied floten. En werden we tijdelijk afgeleid door een zwart dier aan de overkant van de vijver. Het leek op een kat maar toch ook weer niet… De watervogels sloegen direct alarm toen het beest in de buurt kwam.

Na 5 kwartier pakten we de spullen weer bij elkaar om verder te gaan met de laatste kilometers. Opeens was er actie bij de vissers: we hoorden een alarmpje en zagen de jongens omhoog schieten. Eindelijk actie?! Een paar seconden later droop de teleurstelling van hun lichaamshouding af; de vis was blijkbaar ontsnapt… Wat een sport, dat vissen!

We staken de Tungelroyse beek over en kwamen in natuurgebied ‘De Krang’. We hoorden in het bos links van ons een boel watervogels maar konden ze niet zien. De onverharde paden leidden ons door een nat bosgebied, het gedeelte aan onze linkerhand was niet toegankelijk voor publiek. We liepen onder het dorp Swartbroek langs en kwamen bij een klein ven waar meerdere vogels zaten. Met de videocamera ontdekte Remco een Ibis. Twee andere wandelaars vanaf de andere kant hadden ook op de vogels gelet. De man dacht dat het een ooievaar was maar even later schreeuwde zijn vrouw vanaf afstand dat het wel eens een Ibis kon zijn. Precies wat wij dachten! In extase keken we nog een paar keer door de verrekijker om de witte vogel met zwarte kont, kop en snavel te observeren. De iets kromme snavel gaf de doorslag dat het wel een Ibis moest zijn. Pas thuis konden we er achter komen dat we de Heilige Ibis hadden gezien: we keken op waarneming.nl en zochten op Ibis. De Zwarte Ibis was het niet, en uit de keuze Ibissen die we verder hadden leek de Heilige Ibis ons wel toepasselijk voor deze 2e Paasdag. En verrek, het wás een Heilige Ibis! De ganzen, kuifeend en grote zilverreiger die er ook zaten waren opeens niet meer interessant… Een buizerd kwam over gevlogen. Wel een mooi stukje natuur voor vogels!

De route bracht ons over nog meer onverharde landwegen steeds dichter bij Tungelroy en onze auto, al snel hadden we zicht op de kerk en molen van het dorpje. Aan de rand van het dorp lag de St. Anna-molen, gebouwd rond 1870 omdat er omstreeks die tijd 2 water-graan molens verdwenen. Het mechaniek van de molen zou nog volledig van hout zijn. De molen, die prachtig bovenop een verhoging stond, met onderaan ruimte om een wagen onder de molen te rijden, werd op dit moment flink onderhanden genomen; er werd een restauratie uitgevoerd om de molen weer maalvaardig te maken.

Aan het eind van de straat waar we nu stonden, stond onze auto. Wat een prettig idee! Voordat we echter bij de auto kwamen moesten we het dorp nog door lopen. We kwamen langs de kerk van Tungelroy en even later langs een klein kapelletje. Een paar meter na het kapelletje stond onze auto op ons te wachten. Om 16.00 uur lieten we ons neer zakken op de autostoelen. Schoenen uit, slippers aan, en op naar huis. De grote bouwputten langs de A2 leverden niet al te veel vertraging op gelukkig; ondanks de aangepaste toegestane snelheid reed het aardig door. Om 17.45 uur kwamen we thuis en zochten vrijwel direct op welke Ibis we hadden gezien. We vonden dat toch wel de meest bijzondere waarneming van deze dag! Waarschijnlijk is de vogel, of één van zijn voorouders, ontsnapt uit een dierentuin of voličre en redt zich in het wild.

Het mistige begin van de dag gaf weer een speciale sfeer aan de omgeving en alle zandwegen gaven ons zeker het gevoel door Limburg te lopen. Het zonnetje dat later door kwam en de – voor ons – bijzondere vogels die we hebben gezien (Kleine Bonte Specht en Heilige Ibis) maakten deze wandeling tot een feestje. Daarnaast hebben we ook verschillende insecten gespot (vlinders, kevers en een bijtje), sommigen hadden we al eerder gezien, anderen nog niet. Het lopen is een hele sport, het uitzoeken van alles wat we onderweg hebben gezien ook! Leuk dat je steeds weer andere soorten tegen komt. Het was vandaag in ieder geval een etappe die ons goed is bevallen; lekker afwisselend en een mooie omgeving. Een aanrader! Geen verse asperges gescoord, maar de Heilige Ibis maakte dat meer dan goed!