HOME

OVERZICHT

Links en tips CONTACT GASTENBOEK

Pelgrimspad

 

Dinsdag 22 april 2008 Jarig, lopen in korte broek

Aalsmeer – Zwammerdam, ± 26,5 km

Zonnig, zonnig, zonnig, 10-18°C

 

Lang zal Remco leven, lang zal Remco leven, lang zal Remco leven in de gloria! (34!)

 

Ook dit jaar waren we lekker vrij op deze bijzondere dag. Tot afgelopen weekeind hadden we nog niet precies bedacht wat we zouden gaan doen. Als het lekker weer zou worden wilden we gaan lopen, als het minder lekker zou worden wilden we naar het Drents museum waar op dit moment een deel van het Chinese terracotta leger is tentoongesteld. Zondag werd duidelijk dat we zouden gaan lopen, het beloofde een zonnige dag te worden met een temperatuur van ongeveer 17°C. Zo’n lekkere dag konden we niet laten schieten!

 

Toen vanmorgen vroeg de wekker ging waren we blijkbaar nog zo moe dat we gewoon zijn doorgeslapen. Pas toen een uur later mijn standaard door-de-weekse alarm ging werden we wakker. Douchen, brood klaar maken, tas inpakken etc. etc. Rond 7.20 uur reden we de straat uit. We hadden onderweg files verwacht maar we konden heel soepel door rijden. Aan de andere kant stonden er wel files. Na een klein uurtje kwamen we aan bij Zwammerdam. Het was eigenlijk de bedoeling geweest om de auto in Aarlanderveen te parkeren en vanaf daar naar Zwammerdam te lopen om de bus te nemen. Omdat we ons iets verslapen hadden ging dat niet door. Voornamelijk omdat de bus vanuit Zwammerdam maar 3x per dag rijdt (alleen door de week, in het weekeind en op feestdagen rijdt er helemaal niets aan OV). We konden het ons dus echt niet veroorloven om de buurtbus te missen. We parkeerden de auto nu langs de Oude Rijn, precies op de route en een stukje buiten Zwammerdam. Langs een aantal vissers liepen we richting Zwammerdam en bereikten al snel de bushalte. We hadden nog bijna een uur voordat het busje zou komen en er was bij de bushalte niet veel te beleven. We besloten om maar een rondje door het dorpje te gaan lopen. Op het kaartje in het LAW-boekje zag ik een soort van park staan. We liepen er naar toe en kwamen op een terrein waar allemaal woningen voor verstandelijk beperkte mensen stonden. Een aantal panden was oud en vervallen, ze werden niet meer gebruikt maar stonden te wachten tot ze vanzelf in zouden storten. Er waren ook een aantal mooie nieuwe panden. We kwamen een aantal bewoners tegen en eentje was erg in voor een praatje. Jammer genoeg hadden we niet heel veel tijd want we moesten intussen weer terug naar de bushalte. We wisten niet hoe lang het nog lopen was dus terwijl we voorbij liepen, hadden we het gesprekje met de man. We vertelden dat we gingen lopen en dat het zo’n lekker weer was. Hij vond dat ook en wenste ons een paar keer een heel fijne dag. Dat we er maar iets van moesten maken.

 

We vonden de weg naar de bushalte terug en waren nog steeds veel te vroeg voor de bus. In het kwartiertje dat we daar stonden te wachten belde een collega van mij op om te feliciteren met Remco en ons een fijne dag te wensen. Het busje kwam en nam ons mee op een toeristische rit. We reden over smalle asfaltweggetjes Zwammerdam uit en gingen verder door Bodegraven (langs het leuke stroompje de Meije) en Zegveld naar Woerden. De buschauffeur, met een mooie hoed en een Griet Titulaer baardje, deed zijn best om een gids te zijn. Hij zei niet heel veel maar vertelde af en toe over hetgeen waar we langs reden. In Zwammerdam wees hij ons op een schuilkerk en over het feit dat we over de Oude Rijn gingen. We kwamen langs het riviertje de Meije. Het stroompje meanderde heel leuk door het land, het smalle asfaltweggetje meanderde mee. Er stonden erg leuke huisjes langs het water en het weggetje. Verderop kwamen we langs een watertoren (niet meer in gebruik) die de vorm had van een raket. Volgens de buschauffeur werd deze ‘Pietje potlood’ of zo genoemd. We kwamen door het dorpje Zegveld, en later in Woerden. Het busje reed langs het Kasteel, waar Abrona een locatie heeft. Op station Woerden stapten we uit. Na 25 minuten wachten konden we op de bus naar Wilnis stappen. Om dat we niet precies wisten bij welke halte we uit moesten stappen (er was geen digitaal bordje in deze bus) vroegen we de vriendelijke chauffeur om ons bij de juiste halte te droppen. Meestal moet ik op letten dat we de halte niet missen, deze keer kon ik ontspannen gaan zitten en genieten van het landschap waar we doorheen reden. We kwamen langs Kamerik en werden afgezet in Wilnis. Hier moesten we een paar minuten wachten op de volgende bus die ons naar Uithoorn zou brengen Daar moesten we overstappen op de bus die ons eindelijk in Aalsmeer af zou zetten. Er zat echter maar 1 minuut tussen de aankomsttijd van de ene bus en de vertrektijd van de andere bus dus ook hier moesten we hulp vragen aan de chauffeur. Hij regelde dat de bus niet zonder ons zou vertrekken. De 4de en laatste bus bracht ons met 10 minuten naar ons beginpunt van de etappe. Intussen waren we bijna 2 uur onderweg geweest met al die bussen. Het was 11.21 uur toen we eindelijk uit stapten en weer op pad konden. Ook deze keer moesten we even goed kijken hoe de route liep en konden daarna op weg.

 

We kwamen bij het de Westeinderplassen en zagen daar allemaal jonge gansjes met hun ouders. De kersverse gezinnetjes dreven in groepjes aan de oever van de plassen. Sommige gansjes waren nog heel klein, anderen waren al wat groter. Net als de vorige keer kwamen ook hier vliegtuigen laag over. Niet zo laag als toen maar nog wel mooi om te zien. De route leidde ons langs een watertoren (volgens een bordje uitgeroepen tot mooiste watertoren van Nederland), veel bankjes en een strandje. Een leuke pauzeplek, we waren er alleen nog niet aan toe. Hierna hadden we even moeite om de route te volgen. De beschrijving leek niet helemaal met de situatie te kloppen en markering zagen we ook niet zo snel. Na wat heen en weer lopen, goed op het kaartje kijken en zoeken naar markering vonden we het pad weer terug.

We liepen nu over een graskade, de Vuurlijn en de Ringdijk, naar De Kwakel. De laag overkomende vliegtuigen lieten we achter ons. In het land voor een boerderij hoorden en zagen we een fazant. Het mannetje liet zich mooi zien en bleef maar geluid maken. Aan de andere kant van het hek bleek nog een mannetjes fazant te zitten, ze waren tegen elkaar aan het op roepen. Op de dijk liepen veel schapen met lammetjes, zo schattig. Om het gehuppel en geblaat moesten we lachen. Het zonnetje scheen lekker en een zacht briesje zorgde ervoor dat we het niet te warm kregen. Na een paar kilometer graskade bereikten we een asfaltweggetje dat naar Fort De Kwakel leidde. Op het terrein van het fort stonden allemaal zomerhuisjes. In het fort zelf zit o.a. een gallerie maar het zag er gesloten uit.

We vervolgden de route weer en liepen richting Vrouwenakker waar we het jaagpad langs het Amstel-Drecht kanaal op gingen. We volgden het paadje langs polders en leuke huizen. Achter de huizen liep een betonpad waarover de bewoners met de auto bij hun huis konden komen. Bij een kaasboerderij lagen een paar dikke barneveldse kippen heerlijk in het zonnetje. Naast het jaagpad stond een hok met daarop de naam Knorretje. Jammer genoeg zat Knorretje er niet in. Het pad ging verder over het erf en na een bocht zagen we allemaal schapen met lammetjes en kwam Knorretje al knorrend aangerend, hij (of zij) deed zijn naam eer aan. Het hangbuikzwijntje wilde heel graag aandacht maar we konden hem jammer genoeg niet aaien omdat er een hek tussen zat. Toen we verder liepen hobbelde hij nog een stukje met ons mee.

Langs het kanaal zagen we af en toe kleine meerkoetjes die dicht bij hun ouders bleven. Ze waren heel aandoenlijk. We hadden intussen zin in een bankje en hoopten dat het café dat op de kaart stond aangegeven open zou zijn. Toen we aan kwamen bij de Tolhuissluis bleek het café niet meer te bestaan. Licht teleurgesteld liepen we verder. We kwamen langs een bankje maar aan de overkant van het water, waar we na 2 kilometer zouden lopen, stonden picknickbankjes. We besloten om nog 2 kilometer door te lopen en dan een korte pauze te nemen. Over het jaagpad langs het Aarkanaal liepen we naar Bilderdam en staken daar het kanaal over. Vlak na het dorpje stond ook nog een picknickbank waar we even lekker op zijn gaan zitten. Dit was ook het moment om onze pijpen van onze broek af te ritsen. Het was zulk lekker weer dat we in onze korte broek verder konden. Wat een luxe!

 

Over een fietspad gingen we weer verder richting Nieuwveen. Op en naast het fietspad liepen koeien, de één was aan het grazen, de ander lag lekker in het gras bij een knotwilg. Een ander begon precies naast Remco te schijten. Het stonk echt heel erg en Remco dacht de spetters te voelen! We liepen tussen de koeien door en bereikten de rand van Nieuwveen. Na een aantal huizen sloegen we een pad in richting de dijk. Met het Marskramerpad hadden we hier ook gelopen, langs een nieuwe golfbaan waar aan de andere kant van de dijk nog hard werd gewerkt voor meer nieuwe golfbaan.

Er kwam per sms een felicitatie binnen van een collega van me. Heel attent. Al lopend was ik bezig om een berichtje terug te sturen. We stapten over een hekje en kwamen tussen wat paarden en pony’s terecht. Er was 1 paard dat mijn rugzak wilde op eten. Ik kon het grote beest niet van me af houden, hij bleef maar happen naar de bovenkant van m´n rugzak. Snel liepen we verder, achtervolgd door het paard. Je snapt wel wie er harder kon lopen dus de laatste stappen deed ik achterwaarts. We waren aan het eind van het landje maar moesten nu nog onder een draad door. De mogelijkheid van schrikdraad was aanwezig dus zo voorzichtig maar ook zo snel mogelijk wurmde ik me er onder door. De benen van het paard en de happende lippen vlak bij me.

Verderop lagen er weer allemaal schapen met lammetjes. Een groepje lammetjes lag heerlijk bij elkaar in het zonnetje, andere lammetjes verschuilden zich achter hun moeder en weer anderen probeerden melk te drinken. Als ze melk drinken kwispelen ze altijd zo leuk. Het was dus weer genieten.

 

Het werd tijd voor onze grote pauze maar een bankje kwamen we niet tegen. Ook een plekje om ons kleed neer te leggen was er niet. Gelukkig voelden we ons fit en konden we het wel hebben om nog even door te gaan. Uiteindelijk zag ik een geschikt plekje: een klein stukje gras bij een gemaal. Water voor en achter ons, naast ons huizen en een wandelpaadje. Het zonnetje scheen nog steeds heerlijk op ons bolletje. We spreidden het kleed uit en gingen lekker zitten. Uit onze rugzakken kwam natuurlijk weer van alles te voorschijn voor een picknick: restjes van franse kaasjes (overgebleven van Remco zijn ‘verjaardagsfeestje’), toastjes, blikje makreel en drankjes. Een kwartiertje voor onze pauze hadden we een wat oudere vrouw in gehaald die lekker in haar eentje het Pelgrimspad aan het lopen was. Ze stond intussen achter ons te filmen. Ik zei tegen Remco dat we misschien werden gefilmd. Remco draaide zich om en bevestigde dat. Iets later stond ik op, ze was nog steeds aan het filmen, en maakte een foto van Remco. Zij stond ergens daarachter. Dat zag ze natuurlijk en gelijk liep ze verder. We voelden ons niet meer bekeken en gingen rustig door met onze pauze. Remco bleek al aardig verkleurd (rood) te zijn. We waren de zonnebrandcrème vergeten maar hadden ook niet verwacht dat het zo hard zou gaan. Aan het eind van onze pauze kwam de bewoner van het huis links van ons zijn moestuintje in. We hadden een klein gesprekje over hoe mooi hij hier woonde en hij vertelde dat hij moeite had met lopen omdat hij vroeger beide enkels had gebroken. Fietsen ging hem echter nog wel goed af. Het werken in de tuin werd ook steeds zwaarder maar het was wel zijn grote hobby. Zijn motto was, net als de onze, “zoveel mogelijk genieten!” Na dit gesprekje en ons feestmaal pakten we onze spullen weer bij elkaar (wat maken we toch altijd snel een zooitje!) en lieten alles weer netjes achter.

 

De reis ging verder over de dijk. We kwamen langs een landje waar een geit en 2 lammetjes in liepen. De lammetjes zochten bescherming bij ‘moeder’ geit maar ‘moeder’ geit had daar niet zo’n zin in. Ze had haar adoptiekinderen duidelijk nog niet helemaal geaccepteerd, ze gedoogde ze alleen maar. Verderop kwamen we weer langs schapen en lammetjes, we bleven ervan genieten.

Het eind van onze etappe kwam in zicht. Bij Aarlanderveen kwamen we bij de Putmolen, een van de 4 molens van de enige nog werkende molenviergang ter wereld! Via een asfaltweggetje kwamen we bij de 2e molen van de viergang, de Ondermolen. Hier werd het pad een graskade. We passeerden daarna de Middenmolen en de Bovenmolen. Na de Bovenmolen moesten we nog een klein stukje lopen voordat we bij het jaagpad langs de Oude Rijn kwamen. Aan het eind van het paadje stond de auto op ons te wachten. Het was 18.00 uur toen we bij de auto arriveerden.

Na een paar kleine files en langzaam rijdend verkeer waren we om 19.00 uur thuis. We hebben snel de papegaai en de katten eten gegeven, hebben ons omgekleed en zijn naar de tapasbar in Soest gereden. De meeste mensen hadden hun eten al geserveerd gekregen dus het was rustig in de keuken. Voordat we het wisten stond de tafel vol met tapas en konden we gaan eten. Om iets voor half negen kwamen we thuis.

 

Het was een heerlijke dag met veel zon, jonge meerkoetjes, lammetjes, schapen, koeien, hangbuikzwijntje, futen, zwanen, een zilverreiger en weidevogels die aan het baltsen waren. We hebben ook heel veel visdiefjes gezien die het water in doken in de hoop een visje te scoren. Door de overvloed aan zon zijn we lekker verkleurd, een mooie basis voor de aanstaande vakantie naar Tsjechie. De wegen waren afwisselend verhard en onverhard, mooi in balans.